What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz over college 1 & 2 van Taal 1
Quiz over college 1 & 2 van Taal 1
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
HBO
Studiejaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Quiz over college 1 & 2 van Taal 1
Slide 1 - Slide
Wat is de eerste functie met betrekking tot het aangeboren taalleervermogen?
A
Expressieve functie
B
Sociale functie
C
Cognitieve functie
D
Strategische functie
Slide 2 - Quiz
Het behaviorisme heeft geen verklaring voor
A
waarom kinderen gaan praten
B
gemaakte fouten
C
hoe kinderen taal leren door imitatie
D
hoe feedback eventueel kan bijdragen
Slide 3 - Quiz
De nadruk van het nativisme ligt op
A
feedback geven
B
voor -en nadoen
C
grammatica
D
taalaanbod
Slide 4 - Quiz
De interactionele benadering geeft aan dat kinderen taal verwerven door onder andere:
A
te gaan praten
B
een goede woordenschat
C
imitatie
D
grammatica aan te bieden
Slide 5 - Quiz
Morfologie is:
A
klankleer
B
de opbouw van woorden
C
de opbouw van zinnen
D
de betekenis
Slide 6 - Quiz
Sommige mensen zeggen patat, andere zeggen friet. Het betekent hetzelfde. Het is een voorbeeld van:
A
semantiek
B
syntaxis
C
pragmatiek
D
orthografie
Slide 7 - Quiz
'Je mag niet zomaar door iemand heen praten als iemand anders praat.' Dit is een voorbeeld van:
A
morfologie
B
syntaxis
C
pragmatiek
D
semantiek
Slide 8 - Quiz
Verzin zoveel mogelijk woordjes die rijmen op het woordje 'cadeautje' is een voorbeeld van
A
fonologie
B
morfologie
C
syntaxis
D
semantiek
Slide 9 - Quiz
Uit hoeveel morfologische woorddelen bestaat het woord jachtgeweertjes?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 10 - Quiz
Eenwoordszinnen vallen onder
A
prelinguale fase
B
vroeglinguale fase
C
differentiatiefase
D
voltooiingsfase
Slide 11 - Quiz
De sociale situatie en context vallen onder de
A
prelinguale fase
B
vroeglinguale fase
C
differentiatiefase
D
voltooingsfase
Slide 12 - Quiz
Alleen onze hond is een hond, is een voorbeeld van
A
onderregularisatie
B
overregularisatie
C
overextensie
D
onderextensie
Slide 13 - Quiz
'Ik heb de driede plek' is een voorbeeld van
A
overregulatie
B
onderregulatie
C
overextensie
D
onderextensie
Slide 14 - Quiz
De taalverwerving begint met
A
fonologie
B
morfologie
C
syntaxis
D
semantiek
Slide 15 - Quiz
Het zakelijke aspect van het communicatiemodel beschrijft
A
emoties
B
fabels
C
feiten
D
meningen
Slide 16 - Quiz
Bij een appellerend geluid verwacht de zender dat
A
je niets doet
B
je iets zegt
C
je direct handelt
D
je zelf mag bepalen wat je doet
Slide 17 - Quiz
Het woord bank is een voorbeeld van
A
antoniem
B
hyponiem
C
hyperoniem
D
homoniem
Slide 18 - Quiz
'Vaat is een ander woord voor afwas' is een voorbeeld van:
A
antoniem
B
synoniem
C
hyperoniem
D
homoniem
Slide 19 - Quiz
Een hyperoniem is
A
een koepelwoord
B
een onderdeel van een koepelwoord
C
een benaming voor twee woorden die het tegenovergestelde zijn
D
een benaming voor twee woorden die hetzelfde zijn
Slide 20 - Quiz
De leerling zucht, dus laat zien dat hij het als persoon niet leuk vindt. Dit is gerelateerd aan
A
een sociaal aspect
B
een expressief aspect
C
een zakelijk aspect
D
geen van de vorige 3
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Theoretische Uiteenzetting over Vroege Taalontwikkeling bij Kinderen
January 2024
- Lesson with
10 slides
Praatjesmakers
September 2021
- Lesson with
37 slides
Taal
HBO
Studiejaar 1
Bijeenkomst 3 - Periode 1 - 21 22 - Praatjesmakers
February 2022
- Lesson with
37 slides
Taal
HBO
Studiejaar 1
College 2
September 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
HBO
Studiejaar 2
Les 1
September 2022
- Lesson with
17 slides
Nederlands
HBO
Studiejaar 1
Quiz over college 3 & 4 Taal 1
September 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
HBO
Studiejaar 1
bijeenkomst 4 - Mondelinge taalvaardigheid
September 2024
- Lesson with
12 slides
Communicatie
HBO
Studiejaar 1
Taal H4 Les 2
April 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4