Het urinestelsel

Het urinestelsel
1 / 36
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het urinestelsel

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
- Rubrics samen doornemen
- Doelstellingen doornemen
- Eindopdracht doornemen --> doen we volgende week
- Aanvang maken urinestelsel

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat weet je over het urinestelsel?

Slide 7 - Mind map

Het urinestelsel
Het urinestelsel --> de nieren die de urine produceren en de urinewegen die de urine afvoeren. 


- Homeostase: urinestelsel zorgt ervoor dat de hoeveelheid water in het lichaam en de samenstelling niet teveel varieert.
- Urine: water met afvalstoffen en overtollige stoffen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Functies van water (H2O)


- Bouwstof. Cellen bestaan voor een groot deel uit water.
- Oplosmiddel. Stoffen als glucose en zouten lossen op in water.
- Transportmiddel. Stoffen die in de darm uit de voeding zijn opgenomen worden via het bestanddeel water in bloed getransporteerd.

Slide 10 - Slide

Wat is de functie van water in ons lichaam niet?
A
Bouwstof
B
Reinigingsmiddel
C
Oplosmiddel
D
Transportmiddel

Slide 11 - Quiz

Elektrolyten 
- Water in het lichaam is geen 100% water. 
- Elektrolyten (elektrisch geladen deeltjes): natrium (Na+), kalium (K+ en chloride (Cl⁻). 
- Functie: elektrische prikkels in zenuwen en spieren voort te geleiden en om vocht vast te houden.
- Chloride zorgt samen met natrium en kalium voor de vochtbalans in het lichaam. Dit heeft weer effect op je bloeddruk.

- Bij veel zweten en bij diarree verlies je niet alleen veel vocht, maar ook veel zout.

Slide 12 - Slide

Wat is een ander woord voor Natriumchloride?

Slide 13 - Open question

Zuren in het water
- Functie: stoffen in het water die zich splitsen in positief geladen ionen en negatief geladen ionen.
- Weetje: zuurgraad in ons lichaam ligt tussen 7.35 en 7.45 (PH neutraal), dit is nodig voor het goed werken van allerlei stofwisselingsprocessen in ons lichaam

Slide 14 - Slide

Uit hoeveel procent water bestaat ons lichaam?

Slide 15 - Open question

Zit het grootste deel van het water in of buiten onze cellen?

Slide 16 - Open question

Waterverdeling in het lichaam
Het lichaam bestaat voor 60% uit water
Eén derde deel buiten de cellen
Tweederde deel binnen de cellen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Waar vindt vochtuitscheiding plaats (meerdere antwoorden mogelijk)

Slide 19 - Open question

Vochtinname vindt plaats via eten en drinken. Ook ontstaat er water bij de verbranding in het lichaam. De meeste vochtuitscheiding vindt plaats via de urine, maar daarnaast ook via de ontlasting, transpiratie en ademhaling. En bij zieken soms ook via braken en bloedingen, via wondvocht of door afvoer van vocht via drains.

Slide 20 - Slide

Vochtbalans
Negatief vochtbalans
Positief vochtbalans


Hoeveel liter moet je per dag drinken?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Link