Het urinestelsel 20-11

Het urinestelsel
1 / 42
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het urinestelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
-Voeding en vocht opname / uitscheiding
- Vochtbalans

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je over het urinestelsel?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Het urinestelsel
Het urinestelsel --> de nieren die de urine produceren en de urinewegen die de urine afvoeren. 


- Homeostase: urinestelsel zorgt ervoor dat de hoeveelheid water in het lichaam en de samenstelling niet teveel varieert.
- Urine: water met afvalstoffen en overtollige stoffen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Functies van water (H2O)


- Bouwstof. Cellen bestaan voor een groot deel uit water.
- Oplosmiddel. Stoffen als glucose en zouten lossen op in water.
- Transportmiddel. Stoffen die in de darm uit de voeding zijn opgenomen worden via het bestanddeel water in bloed getransporteerd.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Elektrolyten 
-Elektrolyten (elektrisch geladen deeltjes): natrium (Na+), kalium (K+ en chloride (Cl⁻). 
- Functie: elektrische prikkels in zenuwen en spieren voort te geleiden en om vocht vast te houden.
- Chloride zorgt samen met natrium en kalium voor de vochtbalans in het lichaam. Dit heeft weer effect op je bloeddruk.

- Bij veel zweten en bij diarree verlies je niet alleen veel vocht, maar ook veel zout.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor Natriumchloride?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Zuren in het water
- Functie: stoffen in het water die zich splitsen in positief geladen ionen en negatief geladen ionen.
- Weetje: zuurgraad in ons lichaam ligt tussen 7.35 en 7.45 (PH neutraal), dit is nodig voor het goed werken van allerlei stofwisselingsprocessen in ons lichaam

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarom bestaat ons lichaam uit zoveel vocht?
Uit hoeveel procent water bestaat ons lichaam?
Zit het grootste deel van het water in of buiten onze cellen?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Zit het grootste deel van het water in of buiten onze cellen?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Waterverdeling in het lichaam
Het lichaam bestaat voor 60% uit water
Eén derde deel buiten de cellen
Tweederde deel binnen de cellen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Waar vindt vochtuitscheiding plaats (meerdere antwoorden mogelijk)

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Vochtinname vindt plaats via eten en drinken. Ook ontstaat er water bij de verbranding in het lichaam. De meeste vochtuitscheiding vindt plaats via de urine, maar daarnaast ook via de ontlasting, transpiratie en ademhaling. En bij zieken soms ook via braken en bloedingen, via wondvocht of door afvoer van vocht via drains.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vochtbalans
Negatief vochtbalans
Positief vochtbalans


Hoeveel liter moet je per dag drinken?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Een patiënt heeft in de afgelopen 24 uur: Gegeten/gedronken:
- 2 glazen water
- 1 beker soep
- 2 schaaltjes vla
- 2 kopjes thee
De patiënt heeft 750 ml sondevoeding gekregen via de PEG-sonde.
De patiënt heeft een blaaskatheter die 700 ml is afgelopen.

Slide 17 - Open question

kopje = 75 ml
beker = 200 ml
glas = 175 ml
schaaltje = 125 ml

Mevrouw van Haren heeft een voedingsinfuus van 1,2 liter per 24 uur. Ze dronk die dag:
- 2 bekers thee á 175ml en - 2 bakjes yoghurt van 150ml.
- Uit de drain van haar buikwond kwam 150 ml vocht.
- De urine katheterzak bevatte 1050ml.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat zie je bij een positief vochtbalans?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je bij een negatief vochtbalans?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Huidturgor

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lees en maak de opgaves via de studieplanner...

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vochtbalans mw. Dhr de Groot
Dhr. de groot is 72 jaar, bekend met nierfalen, vochtbeperking 1500 ml, in de avond wordt drh niet lekker, hij gaat braken en heeft diarree                                                                                                                                        
    
Vul de vochtbalans in .

Wat hoort bij de intake en wat bij de output ?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je vertellen over deze vochtbalans ?
  • Is de vochtbalans positief of negatief ?

  • Hoeveel negatief is de vochtbalans ?

  • Heeft dhr zich aan zijn vochtbeperking gehouden ?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoe onstaat een positieve vochtbalans ?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Slide 42 - Link

This item has no instructions