Les 1: S1 Karel de Grote

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

De Middeleeuwen

Middeleeuwen

Monniken en Ridders

Vroege middeleeuwen

500 - 1000

Motte kasteel

Late middeleeuwen

1100 - 1500

Het Muiderslot

Vroege middeleeuwen 500 - 1000

Tijd van verval

Late middeleeuwen 1100 - 1500

Tijd van opkomende handel, steden en staten

H1: Ik kan uitleggen hoe Europa onder Karel de Grote ingericht was.

S1: Ik kan uitleggen wie Karel de Grote is en waarom we over hem leren.

S2: Ik kan uitleggen wat het feodalisme/leenstelsel is en waarom men dit gebruikten.

S3: Ik kan uitleggen welke plek het Christendom had in Europa tijdens de Middeleeuwen. 

tot het jaar 500:
Val West-Romeinse rijk

Vanaf het jaar 500:
verschilllende rijken

Vanaf het jaar 500:
verschilllende rijken

- De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.

- Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.

- Geld was er eigenlijk niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.

En toen kwam daar in 768......

Karel de Grote

Karel de Grote wilde zijn rijk op een nieuwe manier besturen.

Het leenstelsel

Leenstelsel

Karel de Grote stelde leenmannen aan. Deze mannen waren van adel en mochten een (leen)gebied besturen. In ruil moesten zij trouw en loyaal zijn aan Karel de Grote. 

Leenstelsel

Scholen

Palts

S1: Ik kan uitleggen wie Karel de Grote is en waarom we over hem leren.

Karel de Grote was de eerste koning die na het Romeinse Rijk een groot gebied kon besturen. Door oorlogsvoering wist hij rond het jaar 800 een groot deel van West-Europa samen te voegen. Hij bedenkt een nieuw soort bestuursvorm: het leenstelsel.

Methode: tijd voor geschiedenis

Hoofdstuk 6:  licht op de middeleeuwen

paragraaf 6.2: Karel de Grote, vader van Europa.

S2: Ik kan uitleggen wie Karel de Grote was en drie gevolgen noemen van zijn leiderschap. (r)

Centrale munt

Karel de Grote stelde 1 munt in. Dit was makkelijk: want nu kon iedereen met dezelfde munt betalen en was het duidelijker hoeveel iets waar was. 

Leenmannen

Onderwijs

Karel de Grote zette scholen op waar jonge mannen konden leren lezen, schrijven en het christendom.

Hoofdstuk 3: monniken en ridders

Paragraaf 3.2: leenstelsel en hofstelsel

Opdracht: allemaal