Lernen Kapitel 1:
Lernbox: Lektion 3 & Lektion 6 (Niederländisch-Deutsch)
Grammatik: haben, sein, werden in o.v.t./o.t.t./ volt.tijd/ zou- vorm
Grammatik: zwakke werkwoorden in o.t.t.
Grammatik: de vraagwoorden
Grammatik: Meervoud van zelfstandig naamwoorden
Grammatik: zwakke werkwoorden in o.t.t. met stam op -d/-t of s-klank & werkwoorden regnen, rechnen, zeichnen, atmen, öffnen, begegnen
Grammatik: Persoonlijk voornaamwoorden in 1. 3. 4. naamval
Lernen Kapitel 2
Lernbox: Lektion 3 & Lektion 6 (Niederländisch-Deutsch)
Grammatik: Modalverben in o.t.t./ o.v.t./ zou-vorm
Grammatik: Zou-vorm (Konjunktiv II) hoofdregel en de eigen zou-vorm van haben, sein & Modalverben
Grammatik: Volgorde van werkwoorden
Grammatik: Voorzetsels & Keuzevoorzetsels met 3e en 4e naamval
Grammatik: Werkwoorden met een naamval (1e, 3e, 4e naamval)
Extra oefenen:
Na klar - digitaal: Versterk jezelf K1 & K2
Veel grammatica thema's die je kunt oefenen: https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica.htm