klas 1 - cursus 4 - paragraaf 1 (moedertaal, tweede taal en vreemde taal)

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1

Slide 1 - Slide

  • Je weet het verschil tussen moedertaal, tweede taal en vreemde taal.
  • Je weet wat je eigen moedertaal is en kan dit aan iemand anders uitleggen.
  • Je weet het verschil tussen standaardtaal en streektalen/dialecten.
Lesdoelen

Slide 2 - Slide

  • De taal waarin je hebt leren spreken vanaf je geboorte.
  • Deze taal heb je zeer waarschijnlijk op een natuurlijke manier geleerd.
  • Kun je zowel Nederlands als Fries als moedertaal hebben? Waarom wel of niet?
Moedertaal

Slide 3 - Slide

  • Een taal die je er later bij leert en bijna net zo goed leert spreken als je moedertaal.
  • Hoe leer je een tweede taal?
  • De kritische periode => Genie Wiley
Tweede taal
Genie Wiley

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

  • Een (buitenlandse) taal die je later leert spreken.
Vreemde taal

Slide 6 - Slide

O víkendu jsem vypil trochu moc piva.
Ich habe dieses Wochenende ein bisschen zu viel Bier getrunken.
Welke taal lijkt je makkelijker om te leren?

Slide 7 - Slide

  • We lezen gezamenlijk tekst 1.

  • Beantwoord de vragen van opdracht 1.
Opdracht 1

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
Maak opdracht 2 en 3 van blz 86 + 87.

Slide 9 - Slide

  • Je weet het verschil tussen moedertaal, tweede taal en vreemde taal.
  • Je weet wat je eigen moedertaal is en kan dit aan iemand anders uitleggen.
  • Je weet het verschil tussen Standaardtaal en streektalen/dialecten.
Lesdoelen

Slide 10 - Slide