(On)eens - 10 min.
KlassikaalEr zijn drie opties om met je klas aan de slag te gaan met de volgende stellingen (zie bijlage). Kies de werkvorm die het beste past bij jouw klas.
Presenteer de stellingen uit de bijlage in een actieve of minder-actieve werkvorm: wat past bij jouw klas?
Je hoeft bij geen van de werkvormen in gesprek over de uitkomsten. Denk ook nog even aan de afspraken die jullie gemaakt hebben eerder deze les!
Optie 1 - Actieve werkvorm (voor deze actieve werkvorm moet de veiligheid goed zijn in de klas): de leerlingen lopen telkens door de klas, waar een ‘streep’ in het midden staat. Er worden stellingen geroepen: uiterst links is telkens “mee eens” halverwege links is ‘een beetje eens’, uiterst rechts is telkens “oneens”, halverwege rechts is ‘beetje oneens’.
Optie 2 - Minder-actieve werkvorm:
de leerlingen reageren op iedere stelling door achter hun tafel te gaan staan: “eens”, of te gaan zitten “oneens”.
Optie 3 - Stellingenquiz:
verwerk de stelling in een eens/oneens quiz, bijvoorbeeld in LessonUp zelf (klik in de les linksboven op de button 'Voeg toe' en kies voor 'Quizvraag'. Zo kunnen de leerlingen met hun mobiele telefoon antwoorden invoeren!). Aan het einde van zo’n quiz kun je vaak de antwoordpercentages bekijken, dit kan interessant zijn voor een reflectiegesprek. De vragen waar het juist 50-50% verdeeld is of waar een extreem 10-90% verdeling is, zijn interessante uitgangspunten voor gesprek.