2B Les 2: 1.7 Grammatica herhalen klas 2 en wwg, lv

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Welkom!

Pak je boek, pen en zet je tas op de grond.

  

Zit klaar zodat we direct met de les kunnen beginnen.

Wat doen we deze les?

• Doel
• Zin ontleden
• Persoonsvorm/zinsdelen/onderwerp/lijdend voorwerp
• Zelfstandig werken

Doel

Aan het einde van de les kan ik:

•  Een zin in zinsdelen verdelen. 

•  De persoonsvorm, het onderwerp, werkwoordelijk gezegde en lijdend voorwerp benoemen in een zin. 

 

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
Mijn moeder heeft een nieuwe broek gekocht.

Volgorde ontleden

1. Onderstreep de persoonsvorm
2. Zet zinsdeelstrepen tussen de zinsdelen
3. Benoem het werkwoordelijk gezegde
4. Benoem het onderwerp
5. Benoem het lijdend voorwerp

Hoe vind jij de persoonsvorm?

Werkwoordelijk gezegde

Dat zijn alle werkwoorden in de zin

Splitsbaar werkwoord=opeten

Mo eet zijn ijsje op. 

wg= eet op

Hoe vind jij het lijdend voorwerp?

Wat is het lijdend voorwerp?
Zou jij een broertje willen hebben?

Wat is de persoonsvorm?
Boris droomt van vliegende beesten.

1. Boris
2. droomt
3. vliegende
4. beesten

Zet de zin in zinsdelen.
De zingende koeien eten een grote slagroomtaart.

1. De/zingende koeien/eten/een grote slagroomtaart
2. De zingende koeien/eten/een grote slagroomtaart
3. De zingende koeien eten/een grote slagroomtaart
4. De zingende koeien/eten/een grote/ slagroomtaart

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De kleine mus heeft een klein wormpje gevangen.

1. heeft
2. gevangen
3. heeft gevangen
4. heeft een klein wormpje gevangen

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De meisjes zijn aan het tiktokken.

1. De meisjes
2. zijn aan het
3. zijn aan het tiktokken
4. zijn tiktokken

Ontleed deze zin:
Die belangrijke wedstrijd hebben ze helaas gemist
1= persoonsvorm / 2= werkwoordelijk gezegde / 3=onderwerp/ 4= lijdend voorwerp

Zelfstandig werken

Hoofdstuk 1.7 Grammatica

Opdrachten: 3, 4, 5, 6, 7 en 8

Dit maak je in het boek.