Konjunktiv II: haben, sein und die Modalverben
Wanneer?
- als je een beleefde vraag wilt stellen
bijvoorbeeld: Könnten Sie mir bitte helfen? = Zou u mij a.u.b. kunnen helpen?
- een voorzichtig advies wilt geven
bijv.: Wenn ich dich wäre, würde ich nach Hause gehen. = Als ik jou was/zou zijn, zou ik naar huis gaan.
of
Du solltest zum Arzt gehen. = Jij zou naar de Doktor moeten gaan.
- een bescheiden wens wilt uiten
bijv. Ich möchte gern eine Tasse Kaffee.= Ik zou graag een kop koffie willen. / Ik had graag een kop koffie