3H1_H3_les3_theorie_grammatica_zinsdelen

Grammatica zinsdelen H3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammatica zinsdelen H3

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze les 
- weet je wat verwijswoorden zijn
- weet je welke verwijswoorden je moet gebruiken

Slide 2 - Slide

Planning deze les
- theorie grammatica zinsdelen H3
- oefenen
- huiswerk

Slide 3 - Slide

Wat is een verwijswoord? Noem minimaal 2 voorbeelden.

Slide 4 - Open question

Verwijswoorden
Woorden die verwijzen naar een persoon of ding (=antecedent) dat al eerder is genoemd. 

Anja's ouders wonen vlakbij en ze bezoekt hen vaak.
hen = verwijswoord
Anja's ouders = antecedent


Slide 5 - Slide

Theorie grammatica (1)

Slide 6 - Slide

Theorie grammatica (2)

Slide 7 - Slide

Theorie grammatica (3)

Slide 8 - Slide

Theorie grammatica (4)

Slide 9 - Slide

Theorie grammatica (5)

Slide 10 - Slide

Oefenen
Verbeter het verkeerde verwijswoord (bv: hun=hen)

Slide 11 - Slide

Karima vond in haar kookboek een recept en gebruikte deze voor het menu.

Slide 12 - Open question

In de krant stond een advertentie van een bedrijf die nieuwe medewerkers zocht.

Slide 13 - Open question

Heeft de arts hun niet verteld dat hun in de tropen veel risico lopen op besmettelijke ziekten?

Slide 14 - Open question

Nu die mooie radio (m) het niet meer doet, moet ik het laten repareren.

Slide 15 - Open question

Elise heeft de jongen waarvan ze de cd’s kreeg, hartelijk bedankt.

Slide 16 - Open question

Huiswerk
H3 Grammatica zinsdelen:
Maak online de volgende opdrachten:
opdr. 1, 2, 3 en 7.

Let op: je eerste leesboek moet in de week van 4 april uit zijn

Slide 17 - Slide