Medicatieles 7 pijnstilling

Pijnmedicatie                    les 7
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MedicatieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Pijnmedicatie                    les 7

Slide 1 - Slide

Wat versta jij onder pijn?

Slide 2 - Mind map

Pijn is.....
  • Een onplezierige sensorische en emotionele ervaring
  • Een waarschuwing
  • Wat de cliënt zegt wat het is
  • Wanneer de cliënt zegt dat het is 

Slide 3 - Slide

Hoe werkt pijn?
Pijnprikkel (weefselbeschadiging)               zenuwen                 ruggenmerg               hersenen                 pijnervaring                 AU!!

Slide 4 - Slide

Oorzaken
- Beschadiging van het lichaam
- Infectie
- Tumorgroei
- Beknelling
- Overbelasting
- Vermoeidheid
- Spanning en stress

Slide 5 - Slide

Soorten pijn
  • Acute pijn = pijn die plotseling optreedt
  • Chronische pijn  = pijn die langer dan 3 - 6 maanden blijft

  • Nociceptieve pijn = pijn door weefselbeschadiging
  • Neuropatische pijn = zenuwpijn. Ontstaat door beschadiging aan zenuwweefsel

Slide 6 - Slide

Wat neem jij als je pijnklachten hebt?

Slide 7 - Open question

Pijnladder 

Slide 8 - Slide

NSAID (Non Steroidal Anti-Inflammatory Drug)
Naast een pijnstiller ook een ontstekingsremmer
Voorbeelden hiervan zijn Ibuprofen, diclofenac en naproxen 
(Helaas) veelal vrij te koop bij drogist/supermarkt

LET OP!!! Gaan vaak niet samen met andere medicatie
Nare bewerkingen 
Werken binnen 1 - 1,5 uur

Slide 9 - Slide

Opiaten 
Morfine-preparaten

Sterke pijnstiller maar worden ook voorgeschreven bij het verlichten van kortademigheid
Nare bijwerkingen:
- Suf worden, 
- Misselijkheid, 
- braken, 
- jeuk, 
-obstipatie 

Slide 10 - Slide

Opiaten bewaren
Opiaten thuis: geen grote hoeveelheden aanwezig in verband verslaving

Opiaten instelling: strikte regels. 
De zorgmedewerker moet aannemelijk kunnen maken dat zij het opiaat aan de cliënt heeft gegeven en niet de opiaten voor zichzelf heeft opgespaard. Het is de verantwoordelijkheid van de organisatie om het beheer zorgvuldig te regelen. Afspraken over het beheer van opiaten, moeten zijn gericht op het voorkómen van misbruik.
- Opiaten moeten achter slot en grendel bewaard worden en mogen niet bij de andere medicatie liggen
- Dubbele controle hangt af van de instellingsafspraken

Slide 11 - Slide

Stap 1 paracetamol/ NSAID
Paracetamol afkorting in de medische wereld PCM
Is een pijnstiller maar verlaagt ook de koorts
Wordt voorgeschreven/gebruikt voor verschillende soorten pijnen

Werken snel 0,5-1 uur

Slide 12 - Slide

Stap 2 zwak opiaat met NSAID of paracetamol
Eigenlijk stap 3 
Tramadol
Sterke pijnstiller (zwak opiaat)
Misselijkheid, suf, slaperig en duizeligheid treden vaak op
2 weken niet autorijden 

Slide 13 - Slide

Stap 3 sterk opiaat oraal of pleister

Slide 14 - Slide

Stap 4 sterk opiaat per injectie

Slide 15 - Slide

Alternatieven voor medicatie
  • Oefentherapie
  • Praten met psycholoog of gedragstherapeut
  • Complementaire zorg (massage / aromatherapie / mindfulness meditatie)
  •  Acupunctuur of dry-needling
  • Zenuwblokkade
  • Bestraling
  • Wisselligging
  • Afleiding

Slide 16 - Slide

Einde les 7 
Maken lesdag 7 


Slide 17 - Slide