Blok 5 - Lezen - Les 1 - kernzinnen

Blok 5 - Lezen
Kernzinnen

1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Blok 5 - Lezen
Kernzinnen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lees deze tekst verkennend.
1
Wat is het onderwerp van deze tekst?
2
  • Lees de tekst alinea voor alina (leerling)
  • Vraag na iedere alinea: welke zin is het belangrijkste?
3
Wat denk je dat een kernzin is?
4
Wat is het tekstdoel?
  • informeren
  • amuseren
  • overhalen
  • uitleg geven
  • ?
5

Slide 2 - Slide

Onderwerp = salarissen van voetballers
Bij een overtuigende tekst gaat het altijd om een mening.



Tekstdoel: overtuigen
  1. Wat is de mening van de schrijver over salarissen van voetballers?
  2. Uit welke zin blijkt het duidelijkst dat het om een mening gaat?
5

Slide 3 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Kunnen 
  • Je weet vijf tekstdoelen
1. informeren
2. amuseren
3. overhalen
4. uitleg geven
5. overtuigen

  • Je weet wat een kernzin is.





 
  • Je kunt van een tekst aangeven of het tekstdoel overtuigen is.





  • Je kent de kernzin van een alinea aangeven.




Weten 
5

Slide 4 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Lees nu de theorie over de kernzin op pagina 241.

Slide 5 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

5.13 Kernzin

Slide 6 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

           Lezen - zelfstandig werken    
5
Lees
Inleiding van Blok 5 - Lezen (blz. 240)
Maak
Opdracht 29
Hoe
Klassikaal
Schrijf mee in je schrift
Tijd
15 minuten
Eerder klaar?
Pak je laptop en ga naar de online lesmethode. Begin vast met opdracht 30. Voor opdracht 30.8 gebruik je het stencil om de kernzinnen te onderstrepen.
Resultaat
Opdracht 29 en 30 moeten deze les af zijn en worden klassikaal nabesproken.
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Geef aan of je weet wat een kernzin is.
0100

Slide 8 - Poll

This item has no instructions

Kun je een kernzin van een alinea vinden?
0100

Slide 9 - Poll

This item has no instructions

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

This item has no instructions

Slide 11 - Video

Alleen gebruiken als de klas de uitleg nog niet helemaal snapt.
De video geeft eigenlijk teveel informatie
Opdrachten

Je gaat nu in LessonUp opdrachten maken.

Lees hiervoor eerst tekst 7  op blz. 241 van je lesboek. Het is een alinea uit een nieuwsbericht met de titel Toiletgangers bekeken.
5

Slide 12 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Wat is de belangrijkste zin van deze alinea?
(tekst 7, blz. 241)
A
De eerste zin
B
De tweede zin
C
De derde zin
D
De vierde zin

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit: waarom heb je bij de vorige vraag voor dat antwoord gekozen?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Ben je het nog steeds eens met je antwoord op vraag 29.2?
Begin je antwoord zo:

Ik ben het wel / niet met mijn antwoord eens, want … .

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Opdrachten

Je gaat nu in de online methode opdracht 30 maken.
Je hebt hiervoor tekst 8 (Gele tanden? Geen nood!)  nodig op blz. 243 van je lesboek.

Slide 16 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Bekijk tekst 8 op pagina 243.
Waar kom je dit soort teksten tegen?

Begin je antwoord zo:
Dit soort teksten kom je tegen....

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Lees tekst 4 (blz. 208) verkennend.
Wat is het onderwerp?
Het onderwerp is....

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
Uitleg geven
B
Amuseren
C
Overhalen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
A
2
B
6
C
4
D
10

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel tussenkopjes staan in deze tekst?
A
4
B
5
C
3
D
geen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Lees voor deze volgende vraag de tekst zoekend.
Welke vrucht kun je beter niet eten als je je tanden wit wilt houden?

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Voor de volgende opdrachten ga je Tekst 8 grondig lezen.
Je krijgt van je docent Tekst 8 Gele tanden? Geen nood!
  1. Geef aan welke alinea('s) bij de inleiding, middenstuk en het slot horen.
  2. Markeer/onderstreep in elke alinea de kernzin.

Slide 23 - Slide

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Kijk naar de indeling van de tekst.
Geef aan welke alinea(’s) bij de INLEIDING horen.
A
1
B
2
C
3
D
5

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar de indeling van de tekst.
Geef aan welke alinea(’s) bij het MIDDENSTUK horen.
A
1 + 2
B
2+3+4
C
1+2+3
D
3+4+5

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Kijk naar de indeling van de tekst.
Geef aan welke alinea(’s) bij het SLOT horen.
A
1
B
2, 3, 4
C
5, 6
D
6

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Pak het stencil van tekst 8
Onderstreep / arceer in iedere alinea de kernzin.
Vul daarna de volgende vragen in. (alleen eerste en laatste woord van de zin)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Schrijf de kernzin van alinea 1 op:

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de kernzin van alinea 2 op:

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de kernzin van alinea 3 op:

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de kernzin van alinea 4 op:

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de kernzin van alinea 5 op:

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Schrijf de kernzin van alinea 6 op:

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Moet je weten wat theobromine (alinea 2) en tannine (alinea 3) zijn om de tekst te begrijpen? Leg uit waarom wel of niet.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'tandglazuur' (regel 11)?

Gebruik stap 3 van het Stappenplan moeilijke woorden.
A
In tandglazuur kunnen gaatjes komen.
B
Tandglazuur kan verkleuren.
C
Tandglazuur is het buitenste laagje van je tand.
D
Tandglazuur is kaakbeen.

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent de zin: ‘Misschien moet je je daar maar gewoon bij neerleggen.’ (alinea 5)? Gebruik stap 1 van het Stappenplan moeilijke woorden.
A
Misschien moet je beter je best doen.
B
Misschien moet je iemand om hulp vragen.
C
Misschien moet je je er maar niet aan storen.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het deelonderwerp van alinea 6?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

De schrijver van deze tekst geeft drie waarschuwingen. Welke?

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Wat vind je het leukste weetje uit deze tekst?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Kijk terug op de tekst.
Zou je deze tekst ook uit jezelf hebben gelezen? Leg je antwoord uit.
Ik zou de tekst wel / niet uit mezelf hebben gelezen, want … .

Slide 40 - Open question

This item has no instructions