This lesson contains 18 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Tijd van Monniken en Ridders
3.1 Leenheren, leenmannen en horigen (B)
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
1. Welkom
2. Leerdoelen terugkoppeling
3. Leerdoelen
4. Theorie
5. Aan de slag
6. Leerdoelen nabespreken
Slide 2 - Slide
Leerdoelen terugkoppeling
1. Je kunt beschrijven door welke oorzaken West-Europa in de vroege Middeleeuwen weer een agrarische samenleving werd.
2. Je kunt het ontstaan van horigheid verklaren.
3. Je kunt uitleggen dat domeinen zelfvoorzienend waren.
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe West-Europa zich na het einde van de Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde.
2. Je wat wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden.
3. Je kunt oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht (in 9e en 10e eeuw).
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Theorie
De Germanen die het Romeinse Rijk binnendrongen, werden aangevoerd door krijgsheren (militair aanvoerder die zijn gezag gebruikt om ook politieke macht uit te oefenen). Meestal hadden die alleen voor de duur van een veldtocht de leiding.
Ook de Romeinen maakten eerst nog gebruik van deze krijgsheren bij het beschermen van het Rijk. Om hen aan zich te binden, gaven de Romeinen aan zulke leiders soms de titel rex (koning).
Slide 6 - Slide
Theorie
Na het Romeinse Rijk waren er veel van deze 'koningen' die hun eigen staatjes probeerden te behouden. Vaak was dit ook erfelijk, maar lang niet altijd ging het rijk naar de oudste zoon. Dit zorgde vaak voor ruzies waardoor staatjes nog verder werden verdeeld
Slide 7 - Slide
Theorie
Karel de Grote
- Heerser groot rijk (Karolingen)
- Liet zich kronen tot keizer in 800
- Bestuurde rijk uit verschillende plaatsen
- Bedacht handtekening, school en nieuw schrift.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Theorie
Germaanse krijgsheren (leenheer) omringden zich altijd met mannen die hen trouw hadden gezworen. Deze mannen (vazallen) die met krijgsheren mee op oorlogspad en kregen een deel van de oorlogsbuit. Soms kregen ze zelfs land..
Opschrijven:
Leenheer: Vorst die in ruil voor bepaalde diensten grond in leen geeft aan vazal/leenman.
Vazallen: Noemen we soms ook leenman. Iemand die trouw zweert aan een leenheer.
Slide 10 - Slide
Theorie
Feodale verhoudingen/Feodalisme:
Het gaat hierbij om het zweren van een eed van trouw om de wapenen op hen te nemen wanneer de leenheer een beroep op de vazal/leenman doet.
Slide 11 - Slide
Theorie
Het rijk van de Karolingen en hun macht begon in de 9e en 10e eeuw te verbrokkelen. Hoe kwam dit? (Je kunt oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht (in 9e en 10e eeuw)).
Opschrijven:
een leenman kon zijn band met de leenheer zo maar opzeggen.
hertogen en graven gebruikten verdeeldheid om zich steeds onafhankelijker op te stellen.
Europa word binnengevallen door Hongaren, moslimpiraten en Noormannen.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Theorie
Wat is het verschil tussen het feodalisme en het hofstelsel?
Het lijkt heel erg op elkaar, maar er is toch een verschil. Het hofstelsel is een organisatie van de economie. Het feodalisme is een besturingssysteem. (politiek)
Slide 14 - Slide
Beeldmateriaal
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Aan de slag
Maak de opdrachten 4, 5, 9 en 12a van 3.1
Kijk 'Feodalisme' van JortGeschiedenis op Youtube.
Probeer in eigen woorden uit te leggen wat het feodalisme is.
Slide 17 - Slide
Leerdoelen nabespreken
1. Je kunt beschrijven hoe West-Europa zich na het einde van de Romeinse Rijk bestuurlijk ontwikkelde.
2. Je wat wat feodale verhoudingen zijn en hoe ze ontstonden.
3. Je kunt oorzaken beschrijven van de verbrokkeling van de macht (in 9e en 10e eeuw).