grafieken kritisch kijken

1 / 29
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze les leer je dat het met grafieken mogelijk is bepaalde aspecten van de werkelijkheid te versterken of juist af te zwakken. 

Slide 2 - Slide

https://jeugdjournaal.nl/artikel/721092-grootste-man-ontmoet-kleinste-man.html

Slide 3 - Slide

Deze grafiek ging rond op internet met het bijschrift ‘Nederlanders kijken neer
op de rest van de wereld’. Als je naar het plaatje kijkt, lijkt dat wel te kloppen.
De Nederlander torent boven de Amerikaan en de Engelsman uit. En de mannen
uit India en de Filipijnen lijken wel dwergen. Maar klopt deze grafiek eigenlijk wel?
Bekijk deze grafiek goed, er komen straks wat vragen over

Slide 4 - Slide

De langste man is 2 meter 51. Zou jij zo lang willen zijn?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Leg uit waarom je wel of niet zo lang zou willen zijn.

Slide 6 - Open question

Bekijk grafiek 1.
In deze grafiek geven poppetjes
de gemiddelde lengtes weer.
Wat voor soort grafiek is dit eigenlijk?
A
staafgrafiek
B
lijngrafiek
C
cirkelgrafiek

Slide 7 - Quiz

Het Nederlandse poppetje is twee koppen
groter dan het Amerikaanse poppetje.
Wat zie je nog meer, als je naar de lengte
van de poppetjes in de grafiek kijkt?
Welke uitspraak klopt?

A
Het Nederlandse poppetje is meer dan drie keer zo groot als het Filipijnse poppetje.
B
Het Canadese poppetje is groter dan het poppetje uit het Verenigd Koninkrijk.
C
Het been van het Nederlandse poppetje is bijna net zo lang als het Filipijnse poppetje.
D
Het Filipijnse en Indiase poppetje zijn samen net zo lang als het poppetje van de Verenigde Staten.

Slide 8 - Quiz

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit de Verenigde staten

A
1,70
B
1,73
C
1,75
D
1,76

Slide 9 - Quiz

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit Canada en het Verenigd koninkrijk?

A
1,70
B
1,73
C
1,75
D
1,76

Slide 10 - Quiz

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit India

A
1,60
B
1,62
C
1,64
D
1,65

Slide 11 - Quiz

Lees uit grafiek 1 de gemiddelde lengtes af van mannen uit de verschillende landen. De Nederlandse man is gemiddeld 1,84.
Hoe lang is de gemiddelde man uit de Filipijnen?
A
1,60
B
1,62
C
1,64
D
1,65

Slide 12 - Quiz

Hoe groot is het lengteverschil tussen de gemiddelde Nederlandse man en de gemiddelde Filipijnse man?

Slide 13 - Open question

Stel dat een Nederlandse man en Filipijnse man van gemiddelde lengte naast elkaar zouden staan.
Hoeveel groter is de Nederlandse man dan?
A
ongeveer een halve kop groter
B
ongeveer een kop groter
C
ongeveer 2 koppen groter
D
ongeveer 3 koppen groter

Slide 14 - Quiz

Hoe komt het dat het verschil tussen de mannetjes in de grafiek zoveel groter lijkt?

Slide 15 - Open question

Het Cito doet eens in de 5 à 6 jaar onderzoek naar het leesplezier van kinderen op de basisschool. Hieronder zie je drie grafieken, gemaakt met dezelfde cijfers van het Cito-onderzoek.

Slide 16 - Slide

De volgende vragen gaan over het onderzoek van Cito. Beantwoord ze met ja of nee.
Tussen 1994 en 2005 daalde het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.
A
ja
B
nee

Slide 17 - Quiz

In 2011 is het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt hoger dan in 1999.
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Tussen 2005 en 2011 stijgt het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Tussen 1994 en 2005 daalt het percentage leerlingen dat lezen leuk vindt.
In welke grafiek zie je dat het sterkst?
A
grafiek 2a
B
grafiek 2b
C
grafiek 2c

Slide 20 - Quiz

Hoe komt het dat je het in die grafiek het beste ziet?

Slide 21 - Open question

Iemand maakt een grafiek van het leesonderzoek waarin je alleen de cijfers van 2005 en 2011 ziet:

Slide 22 - Slide

Waarom geeft deze grafiek een ander beeld dan de vorige grafieken?

Slide 23 - Open question

Vind je dit een eerlijke grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

waarom vind je dit?

Slide 25 - Open question

Stel je voor: je bent minister van Onderwijs en je vindt lezen erg belangrijk.
Je wilt laten zien dat kinderen in Nederland weer meer plezier in lezen krijgen.
A
2b
B
3

Slide 26 - Quiz

Waarom kies je voor deze grafiek?

Slide 27 - Open question

wat heb je geleerd van deze les?

Slide 28 - Open question

Ik geef deze les het volgende cijfer
(van 1 tot 10)
010

Slide 29 - Poll