What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
23-03-06 groep A-wit
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we leren?
Wat is typisch Nederlands?
De Nederlandse cultuur!
Disk thema 18 Nederland
Kaartje schrijven 2 opdrachten
Wat is mijn probleem?
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Geef je mening
Wat vind je typisch voor Nederland?
Wat zijn de verschillen tussen je geboorteland en Nederland?
Wat vind je leuk hier?
Wat vind je niet leuk?
Slide 4 - Slide
Typisch Nederlands
Beantwoord de vraag wat vinden jullie typisch Nederlands?
Schrijf het antwoord bovenaan je blaadje
Je krijgt het blaadje van de persoon rechts van je!
Schrijf een nieuw antwoord op.
Weet je niets zet je een X
Slide 5 - Slide
Typisch Nederlands top 3:
Je mag 3 keer kiezen!
Slide 6 - Slide
De Nederlandse cultuur
Hoofdstuk 5
blz. 32 en 33
opdracht
Slide 7 - Slide
Presenteer het woord!
1. Wat is de betekenis?
2. Wat voor woordsoort is het?
3. Wat is het meervoud?
4. Hoeveel letters heeft het woord?
5. Lijkt het op een ander woord?
6. Op welk woord rijmt het?
7. Maak een zin met het woord!
Slide 8 - Slide
collega
daarvoor
economie
feestdag
flauw
gauw
gewoonte
graad
jammer
aardappel
afscheid
als
behalve
benieuwd
beschouwen
bevallen
bezwaar
bezwaren
Slide 9 - Slide
2 opdrachten
Bij nummer 2: schrijf de woorden in de tekst
Bij nummer 30: welke kaart kan op de tekst staan?
Kies uit kolom A en kolom B
Slide 10 - Slide
Wat is mijn probleem?
1 leerling komt naar voren
2. Er staat een probleem op het bord.
3. Geef een advies.
4. Wat is mijn probleem?
Slide 11 - Slide
Van A tot zin
blz. 88 en 89
Sommige werkwoorden krijgen een extra woordje zich!
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
wederkerende werkwoorden
Wederkerend = letterlijk 'terugkerend', komt terug.
Het werkwoord slaat
terug
op het onderwerp.
Slide 14 - Slide
Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.
Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. Daarom noem je dit een
verplicht
wederkerend werkwoord.
Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me)
Slide 15 - Slide
Tips & Trics
Zet de zin in de hij-vorm, dan verandert het wederkerend voornaamwoord in 'zich' en dat is wel makkelijk te herkennen.
Dus: Ik verveel me. -⊳ Hij verveelt zich.
Slide 16 - Slide
More lessons like this
23-03-08 groep A-wit
March 2023
- Lesson with
14 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
23-03-08 groep A-rood
March 2023
- Lesson with
14 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
23-03-06 groep A-rood
March 2023
- Lesson with
14 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
23-02-20 groep A-rood
February 2023
- Lesson with
17 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
23-02-22 groep A-rood
February 2023
- Lesson with
34 slides
NT2
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H2 Grammatica woordsoorten
June 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H2 Grammatica wederkerende werkwoorden
January 2022
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werkwoordelijk gezegde
August 2018
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2