Persoonsvorm en zinsdelen verdelen

Nederlands
Persoonsvorm vinden + zinnen in zinsdelen verdelen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands
Persoonsvorm vinden + zinnen in zinsdelen verdelen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
- Na deze les kun je de persoonsvorm in een zin vinden.
- Na deze les weet je hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen.

Slide 2 - Slide

Op welke manier(en) kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 3 - Open question

Persoonsvorm:
De persoonsvorm kun je vinden door...:
1) ... de zin in een andere tijd te zetten (= tijdproef: werkt altijd!!!)
2) ... van de zin een vraag te maken (werkt niet altijd)
3) ... de zin van getal te veranderen (= getalproef: let op dat het onderwerp én de persoonsvorm veranderen)

Slide 4 - Slide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?: Peter en Jan vochten met elkaar.
A
Peter en Jan
B
vochten
C
met elkaar

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?: Waarom heeft hij jouw telefoon afgepakt?

Slide 6 - Open question

Weet je hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen? Zo ja, hoe doe je dat?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Zinsdelen verdelen:
1) Zoek de persoonsvorm en onderstreep deze.
2) Kijk welk(e) woord(en) voor de persoonsvorm kunnen komen als je de zin van volgorde verandert.

Slide 9 - Slide

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de volgende zin?: Gisteren hadden Jip en Janneke ruzie.
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 10 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat de volgende zin?: Elke ochtend fiets ik met Claudia naar school.

Slide 11 - Open question

Kun je nu de persoonsvorm in een zin vinden?
Ja.
Nog niet altijd.
Nee.

Slide 12 - Poll

Weet je nu hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen?
Ja.
Nog niet helemaal.
Nee.

Slide 13 - Poll