Les 1 grafieken, tabellen en formules

1 / 40
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

lesdoel(en)



  • Wat weet je al/nog van klas 2 over tabellen, formules en grafieken
  • Je kunt van een formule een tabel maken en een grafiek tekenen.
  • Je kunt verschillende soorten grafieken herkennen.

Slide 2 - Slide

Wat is een grafiek
A
Iets met een horizontale as en een verticale as
B
Je weet hoe laat je op school moet zijn
C
Die zet je bovenop een kerstboom
D
Je kunt er dingen op aflezen

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Video

Wat is dit voor een grafiek?
A
stijgend
B
dalend
C
constant

Slide 5 - Quiz

De woorden uit de bovenste rij van de tabel zet je bij ....


A
aan de horizontale as
B
aan de verticale as

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Is dit een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Is dit een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Hellingsgetal aflezen in een tabel
- Bovenste rij getallen moet opeenvolgend zijn.

- De toename in de onderste rij moet steeds gelijk zijn.

- Toename = hellingsgetal

Slide 10 - Slide

Hellingsgetal aflezen in een tabel
aantal
0
1
2
3
4
5
kosten
2
4
6
8
10
12
- Bovenste rij getallen moet opeenvolgend zijn.

- De toename in de onderste rij moet steeds gelijk zijn.

- Toename = hellingsgetal

Slide 11 - Slide

Hellingsgetal aflezen in een tabel
aantal
0
1
2
4
6
8
kosten
1
3
5
7
9
11
- Bovenste rij getallen moet opeenvolgend zijn.

- De toename in de onderste rij moet steeds gelijk zijn.

- Toename = hellingsgetal
aantal
0
1
2
3
4
5
kosten
2
4
6
8
10
12

Slide 12 - Slide

Het getal onder de nul is het startgetal.



Startgetal in een tabel



aantal
0
1
2
3
4
5
kosten
2
5
8
11
14
17
Kosten = aantal x 3 + 2

Slide 13 - Slide

Het getal onder de nul is het startgetal. 
Startgetal = 2
Hellingsgetal = 3


Startgetal in een tabel



aantal
0
1
2
3
4
5
kosten
2
5
8
11
14
17
Kosten = aantal x 3 + 2
kosten

aantal

Slide 14 - Slide

formule
tabel
grafiek

Slide 15 - Drag question

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het begingetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 16 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
Het stijggetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 17 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
De variabele:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 18 - Quiz

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's.
De kosten zijn:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
aantal foto's

Slide 19 - Quiz

Wat is de regelmaat?

Slide 20 - Open question

Kies de juiste grafiek bij elke tabel.

Slide 21 - Drag question

horizontale grafiek
gebogen grafiek
lineaire grafiek
periodieke grafiek

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video


Welke grafiek is lineair?
     A                         B
A
A
B
B
C
A en B
D
allebei niet

Slide 25 - Quiz


Is deze grafiek lineair?
     A                         B
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Wat moet je onder de 0 zetten?

Slide 27 - Open question

Waarom is de formule van deze grafiek een lineaire formule?

Slide 28 - Open question

Is deze formule lineair?
A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Is deze formule van deze tabel lineair?
A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz

Wat is het hellingsgetal?


A
3
B
0
C
5
D
23

Slide 31 - Quiz

Wat is het hellingsgetal?
A
0
B
2
C
2
D
8

Slide 32 - Quiz

Wat is het hellingsgetal in deze formule?

aantal x 6 + 13 = bedrag
A
6
B
13

Slide 33 - Quiz

Wat is het hellingsgetal in deze formule?

4 x aantal - 2 = bedrag
A
8
B
2
C
-2
D
4

Slide 34 - Quiz

Wat is het startgetal?


A
3
B
0
C
5
D
23

Slide 35 - Quiz

Wat is het startgetal in deze formule?

aantal x 6 + 13 = bedrag
A
6
B
13

Slide 36 - Quiz

Wat is het startgetal in deze formule?
aantal x 3 +10 = bedrag
A
3
B
10

Slide 37 - Quiz

Wat is het hellingsgetal in deze formule?
aantal x 3 +10 = bedrag
A
3
B
10

Slide 38 - Quiz

0

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video