Meel en bloem 2

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoelen

De student kan aangeven welke stoffen er gevormd worden tijdens fotosynthese. 

De student kan aangeven hoe suikers worden opgeslagen in de tarwekorrel.

De student kan aangeven welke eiwitten worden gevormd in tarwekorrels.

De student kan voorbeelden geven welke eiwitten voor welk doel een functie vervullen.

Splitsing in de plant

De plant is in staat glucose tot zetmeel te vormen.
Het omgekeerde is ook mogelijk, dit om een jonge plant te kiemen.
Onder Invloed van enzymen.

Zetmeel+water -> Amylase -> suiker/koolhydraat maltose

Maltose+water -> Maltase   -> glucose+glucose
Glucose+water -> Zymase  -> koolzuurgas + alcohol

Glucose wordt in de kiem omgezet tot energie en koolzuurgas wordt uitgeademd. 

Behalve Koolhydraten zitten er ook vetten en eiwitten in de graankorrel.

De plant vormt zelf eiwit uit de glucose via de eiwitsynthese, hier is energie en stikstof voor nodig. 

Stikstof komt opgelost in water via de grond en wortels bij de plant. 

Er worden daarna aminozuren gevormd, die zijn de basis voor vorming van eiwitten.

In de tarwekorrel komen diverse eiwitten voor. Twee ervan zijn belangrijk bij de broodbereiding. Welke ?

1. Albumine Globuline
2. Globuline Gliadine
3. Gliadine Glutenine
4. Glutenine Albumine

Wat is een andere naam voor de vorming van enkelvoudige suikers?

1. Eiwitsynthese
2. Fotosynthese

Hoe heten de enkelvoudige suikers?

1. Maltose
2. Dextrinen
3. Zetmeel
4. Glucose

Wat wordt hieronder weergegeven?
Glucose + Glucose - Water = Maltose

Globuline en Albumine zijn de.....?

1. Onoplosbare eiwitten
2. Oplosbare eiwitten