VVE Bijeenkomst 3

VVE 
Bijeenkomst 3 Naar buiten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
VVEBeroepsopleiding

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

VVE 
Bijeenkomst 3 Naar buiten

Slide 1 - Slide

Inleiding 
De rol van pm-er staat centraal en de manier waarop pm-ers kinderen stimuleren in hun ontwikkeling. De drie v’s ; verkennen, verbinden en verrijken vormen de basis bij het invullen van deze rol. De drie v’s zijn een didactiek waarmee de pm-er op een goede manier kansen kan grijpen en creëren om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Vragen over praktijkopdracht 2

Slide 4 - Mind map

 Ik zie, ik zie… observeren 

  1.  Vul de bouwhoek aan met materialen. Zorg voor een balans tussen spelmateriaal met een eenduidig doel, concreet materiaal dat de wereld representeert en kosteloos materiaal. Geef aan wat er aanwezig is en wat je hebt toegevoegd.
  2. Observeer hoe de kinderen met deze materialen spelen. Kijk naar wat ze interessant vinden, waar hun aandacht naar uitgaat (materiaal, omgeving of andere kinderen of een combinatie hiervan).
  3. In welke ontwikkelingsfase van constructiespel zitten ze. Kies uit: explorerend gedrag, een bouwwerk met achteraf een plan, een bouwwerk met vooraf een plan, bouwwerken met een verhaal?
  4.  Welke handelingen en taal gebruiken ze?







Slide 5 - Slide

Doen 
  1. Speel mee in de bouwhoek. 
  2. Koppel een praatvorm aan het spel van kinderen (speelpraten, doenpraten, denkpraten, steunpraten). 
  3. Welke vorm van ‘praten’ heb je gebruikt en waarom?

Slide 6 - Slide

Foto’s & schrijven 
  1. Maak twee foto’s van kinderen die in de bouwhoek spelen met drie soorten materialen.
  2. De bedoeling is om per foto 3 verschillende soorten materiaal toe te voegen (materiaal met een eenduidig doel, materiaal, dat de wereld representeert en kosteloos materiaal)
  • Welke eigenschappen heeft het materiaal?
  •  Welke handelingen roept het materiaal op?
  • Welke taal roept het materiaal op? Denk aan: woorden, zinnen, uitdrukkingen, intonatie en stemgebruik?
  • Welke taaldoelen van de SLO/UvA kun je hieraan verbinden? (Zie deelnemersmap).
  • Wat vinden de kinderen interessant? Waar gaat de aandacht van de kinderen naar uit?
  • Hoe kun je daarop doorgaan: Welke materialen kun je hieraan verbinden? Welke handelingen zou je hieraan kunnen verbinden? Hoe verbind je hier als pm’er taal aan?

Slide 7 - Slide

Praten 
  1. Bespreek met je collega’s 
  • de inrichting van de groep en 
  • de balans tussen spelmateriaal, concreet materiaal en materiaal dat van alles kan voorstellen.
  2.  Voeg het verslag van het gesprek in.

Slide 8 - Slide

Lezen 
• Kaa vies boek (Van der Veld, 2009) (in deelnemersmap)
• Taal en communicatie. In pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar, hoofdstuk 18 (zie n@t-school)
• Indeling en inrichting van de buiten-en binnenruimtes. In pedagogisch kader kindercentrum 0-4 jaar, hoofdstuk 9 (zie n@tschool)
• Maak van de drie teksten een samenvatting of een mindmap waarin je de belangrijkste zaken weergeeft.

Slide 9 - Slide

Nadenken 
  • Hoe kun je bij de inrichting van de groep zo veel mogelijk recht doen aan de verschillen tussen de kinderen?

Slide 10 - Slide






Openingsopdracht 

Slide 11 - Slide

Op welk materiaal (materialen) zou je afstappen? En op welke manier zou je er mee spelen?

Slide 12 - Mind map

Doelen: 
De deelnemers:
  •  Krijgen inzicht in hun rol binnen een activiteit (de pijler ‘pm’ er’ van de Talentendriehoek);
  • Kunnen de 3 V’s toepassen in de spelactiviteiten met kinderen;
  • Kunnen tijdens activiteiten een overwogen keuze maken voor vrij spel, begeleid spel (kansen grijpen) en geleid spel (kansen creëren);
  • Kunnen de rol van spelleider en spelmaatje tijdens een spelactiviteit herkennen en toepassen;
  • Kennen de SLO/UvA-doelen ‘Taalontwikkeling van het jonge kind’ en de SLO-doelen ‘Rekenontwikkeling van het jonge kind’ en ‘Sociaal-emotionele ontwikkeling van het jonge kind’ en ‘Tussendoelen KIJK! Motoriek 0-4 jarigen’ en kunnen deze inzetten bij de verrijking van het spel.

Slide 13 - Slide

Spiegelblad bijeenkomst 1 en 2 

Slide 14 - Slide

Theorie Spelvormen en rollen
Vrij spel:
  • Kinderen trekken een eigen plan bij materiaal dat ze tegenkomen. Dit is essentieel bij het ontwikkelen van fantasie en creativiteit, maar ook voor het ontwikkelen van probleemoplossend vermogen van kinderen. Pm’ er grijpt alleen maar in, als dit echt nodig is.
Begeleid spel:
  • Pm’ er speelt mee.
Geleid spel:
  • Pm’ er bepaalt de regels en leidt het spel. Alle kinderen doen mee.
 
Spelleider:
  • Pm’ er bepaalt de regels en leidt het spel. Vaak te zien bij geleid spel.

Spelmaatje:
  • Pm’ er speelt mee. Vaak te zien bij begeleid spel.
  • Kinderen hebben eerst altijd tijd nodig om het materiaal te verkennen voordat ze ermee gaan spelen. Na de verkenningsfase kan de PM’ er spelsuggesties gaan toevoegen.

Observator 
Observeren van het spel
Vrijspel

Slide 15 - Slide

Opdracht Spelvormen en jouw rol
Bij de openingsopdracht hadden jullie wellicht even de tijd nodig om het materiaal te verkennen voordat je wist waar je mee wilde spelen. Dit geld ook voor kinderen. De pm-er kan na de verkenningsfase spelsuggesties doen.

Filmpjes bekijken
1. Spelen met autobanden
2. Spelen met water
3. Buitenspelen
• De filmpjes gaan over spel, hoe kinderen spelen en de rol van pm-er
• De werkbladen van de betreffende filmpjes worden toegelicht en ingevuld op de werkblad 3.1 a / 3.1 b / 3.1 c


Slide 16 - Slide

Spelvorm: vrij spel, begeleid spel (kansen grijpen) en geleid spel (kansen creëren)
Rol: spelmaatje en spelleider


  • Elke spelvorm heeft een andere functie en een ander effect op kinderen.
  • Een andere rol heeft een ander effect op de kinderen.
  • De pm’er krijgt bij elke vorm informatie over de kinderen. Wat doe je daarmee?
  • Hoe komt het grijpen en creëren van kansen naar voren in de filmpjes?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Opdracht Ik doe zelf mijn jas aan 
De studenten leren kansen herkennen voor ontwikkelingsstimulering op de vier ontwikkelingsgebieden.
• Het filmpje’ ik doe zelf mijn jas aan’ wordt bekeken. 
Gaat over een pm-er die de dagelijkse activiteit wil inzetten om de ontwikkeling te stimuleren.
• Werkblad 3.2 ik zie ik zie gebruiken; hoe biedt deze activiteit mogelijkheden om de ontwikkeling te stimuleren.

  • Wat zie je/ wat gebeurt hier?
  • Waar gaat de interesse van her kind naar uit;
  • Hoe hierop doorgaan
  • Welke doelen kun je aan deze activiteit verbinden? (padlet: zie volgende slide )


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Slide

Opdracht: Buiten spelen

De trainer introduceert de SLO/UvA-doelen ‘Taalontwikkeling van het jonge kind’ en de SLO-doelen ‘Rekenontwikkeling van het jonge kind’ en de ‘Sociaal-emotionele ontwikkeling van het jonge kind’ en de tussendoelen KIJK! Motoriek 0-4 jarigen.

De klas wordt in groepen verdeeld.
Ieder groepje krijgt 2 foto’s van buitenspel.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide