zelfstandig 11.2

zelfstandig 12.2
Bekijk eerst de informatie op de volgende slide.
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

zelfstandig 12.2
Bekijk eerst de informatie op de volgende slide.

Slide 1 - Slide

Van welke factoren is de schiltemperatuur afhankelijk?

Slide 2 - Open question

Via welke organen verlies je water?

Slide 3 - Open question

Waarom varieert de schiltemperatuur meer dan de kerntemperatuur?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Link

Koolhydraatstofwisseling
Bij een hoog bloedsuikergehalte zetten levercellen glucose uit het bloed om in glycogeen (onder invloed van insuline uit de alvleesklier)= glycogenese

Slide 6 - Slide

Koolhydraatstofwisseling
Bij een laag bloedsuikergehalte zetten levercellen glycogeen om in glucose en geven dat af aan het bloed (onder invloed van glucagon uit de alvleesklier)

Slide 7 - Slide

Bloedsuikerspiegel

Slide 8 - Slide

Koolhydraatstofwisseling
Wanneer de glycogeenvoorraad onvoldoende is voor de energiebehoefte wordt door de lever glucose gemaakt uit andere voedingsstoffen = gluconeogenese


Vetten
Aminozuren

Slide 9 - Slide

Ook belangrijke rol bij 
Vetstofwisseling 
Bv ombouwen van vetzuren, maken van cholesterol en lipoproteïnen zodat vetten vervoerd kunnen worden).





Slide 10 - Slide

Eiwitstofwisseling
De lever kan aminozuren omzetten in andere aminozuren -> transaminering




Slide 11 - Slide

Eiwitstofwisseling
9 van de 20 aminozuren zijn níet door de lever te maken: essentiële aminozuren.
Overtollige aminozuren worden door de lever afgebroken (er is geen ‘voorraad’). 


Slide 12 - Slide

Eiwitstofwisseling
Deaminering: stikstofgroep wordt verwijderd -> ureum wordt gevormd.


Slide 13 - Slide

Eiwitstofwisseling
Koolstofskelet wordt verbrand, omgezet naar glucose (gluconeogenese) of vet (lipogenese)


Slide 14 - Slide

Iemand heeft net gesport, waardoor er veel glucose uit het bloed is verbrand. Leg met homeostase uit hoe de bloedsuikerspiegel weer op het juiste niveau wordt gebracht.

Slide 15 - Open question

Leg uit waarom het op peil houden van de bloedsuikerspiegel een vorm is van negatieve terugkoppeling.

Slide 16 - Open question

Omschrijf de vetstofwisseling.

Slide 17 - Open question

Omschrijf de eiwitstofwisseling.

Slide 18 - Open question

Enkele stoffen in het lichaam van de mens:
essentiële aminozuren, glucagon, glucose en ureum. Welke van deze stoffen worden in de lever gevormd?
A
essentiële aminozuren en glucagon
B
essentiële aminozuren en ureum
C
glucagon en glucose
D
glucose en ureum

Slide 19 - Quiz

Bij een bepaalde ziekte komen gelijktijdig de volgende verschijnselen voor:
1) de urine is donkergeel tot bruin gekleurd
2) het oogwit is geel gekleurd
3) de ontlasting is bleek van kleur

Waardoor zullen deze verschijnselen waarschijnlijk veroorzaakt zijn?
A
doordat de galwegen verstopt zijn
B
doordat de urineleiders verstopt zijn
C
doordat de nieren rode bloedcellen doorlaten
D
doordat de lever te veel ureum afgeeft

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Link

maak de opdrachten...
16 t/m 19

Klaar? inlezen 11.3 of verder werken aan po

Slide 22 - Slide