Bedrijvende vorm en lijdende vorm

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Een zin in de lijdende vorm bevat altijd het hulpwerkwoord worden of zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

De thuisspelende partij won het duel met gemak.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 5 - Quiz

De beheerder van de accommodatie heeft ons alle huisregels uitgelegd.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 6 - Quiz

Onze oude bank is vorige week door de kringloopwinkel opgehaald.
A
Bedrijvende zin
B
Lijdende zin

Slide 7 - Quiz

Zet de zin om in lijdende vorm.
Ariane zou die dvd's vandaag meenemen, toch?

Slide 8 - Open question

Zet de zin om in lijdende vorm.
Stiekem wisselen de teams geregeld informatie uit.

Slide 9 - Open question

Zet de zin om in de bedrijvende vorm.
De luidruchtige groep jongeren werd niet binnengelaten door de portier.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide