voorkomen voorgekomen

Werkwoorden in de verleden tijd 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoorden in de verleden tijd 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Stappen
1. Lees de zin.
2. Is het een persoonsvorm of voltooid deelwoord?
Voltooid deelwoord?
-Zet de stappen in het schema.
-Maak het woord langer en je hoort de laatste letter.
 Persoonsvorm VT? 
-Zoek het OW.
-Enkelvoud/meervoud?
-Zet de stappen in het schema.

Slide 3 - Slide

Zijn jullie er klaar voor?!

Slide 4 - Slide

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "trouwen".

Slide 5 - Mind map

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "bereiken".

Slide 6 - Mind map

Wat is de juiste stam (ik vorm) van het werkwoord "duiken".

Slide 7 - Mind map

Welke zin(nen) staan in de verleden tijd?
A
Ik dacht dat jij dat niet zou vergeten
B
Juf Anne gaat komend schooljaar leren haken.
C
Lachten jullie ook om die grap?
D
Wij zwaaien naar de koning.

Slide 8 - Quiz

bereiden
Wie heeft deze maaltijd...................

Slide 9 - Open question

rijzen
Is het brood wel genoeg...............?

Slide 10 - Open question

reizen
We zijn vorig jaar naar Spanje..........

Slide 11 - Open question

ondergaan
De zon is prachtig...................

Slide 12 - Open question

ondergaan
De testen bij de tandarts heeft hij ...............

Slide 13 - Open question

overdrijven
Je had wel erg...........................

Slide 14 - Open question

overdrijven
Het slechte weer is......................

Slide 15 - Open question

voorkomen
Dat had je kunnen

Slide 16 - Open question

voorkomen
Dat is nog nooit....................

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

GOED GEOEFEND!!!!

Slide 21 - Slide