2F: Formuleren en Stijl werkboek deel B, pv ev of mv

Vorige les
Werkwoorden
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vorige les
Werkwoorden
Persoonsvorm
Onderwerp
Gezegde

Slide 1 - Slide

Herhaling
Werkwoord: kun je vervoegen (lopen, fietsen, gebeuren, zijn)
Persoonsvorm: werkwoord dat je in een andere tijd kunt zetten in de zin
Onderwerp: wie of wat? 
Gezegde: alle werkwoorden in de zin. Zeggen wat het onderwerp doet of overkomt

Slide 2 - Slide

Deze les
2.1: Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud? 
(blz. 165 t/m 167 van werkboek B) 

Slide 3 - Slide

Incongruentie
Woordenboek:

“Incongruentie is het feit dat dingen niet goed bij elkaar passen, niet goed overeenstemmen.”

Slide 4 - Slide

Incongruentie persoonsvorm en onderwerp
Onderwerp en persoonsvorm moeten de zelfde vorm hebben.
Onderwerp meervoud? Dan persoonsvorm ook in meervoud.
En dat noemen we dan congruent.
Doe je dat niet? Incongruent.

Slide 5 - Slide

"Dit paar schoenen waren 30 euro."
A
goed
B
fout
C
geen flauw idee

Slide 6 - Quiz

"Gisteren moest de lijst met alle namen van de deelnemers ingeleverd zijn."
A
goed
B
fout
C
geen flauw idee

Slide 7 - Quiz

De bende overvallers werd/ werden in Duitsland op heterdaad betrapt.
A
werd
B
werden
C
geen flauw idee

Slide 8 - Quiz

De cd met zomerhits werd / werden de hele autorit naar Spanje geluisterd.
A
werd
B
werden
C
geen flauw idee

Slide 9 - Quiz

Verbeter deze zin:
De dozen met rekverband staat in het magazijn.

Slide 10 - Open question

Goed of fout?

De lening van in totaal 9 miljoen van onder andere de gemeente, de Rabobank, Rottinghuis en Centraal Staal mochten niet baten.

Slide 11 - Open question

Goed of fout?
De bakjes met yoghurt heb ik opgegeten.
A
goed
B
fout
C
geen idee

Slide 12 - Quiz

Goed of fout?
De stapel met kranten lagen op tafel.
A
goed
B
fout
C
geen idee

Slide 13 - Quiz

Goed of fout?
De dozen met rotzooi gaat de container in.
A
goed
B
fout
C
geen idee

Slide 14 - Quiz

Opdrachten deze week
Werkboek deel B
Grammatica en Spelling

Slide 15 - Slide