Mavo3, H 9, 9.4 fusie overname kartel

Welkom bij Economie
Fusies, overnames en kartel
"take your seat and fasten your seatbelt"
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Welkom bij Economie
Fusies, overnames en kartel
"take your seat and fasten your seatbelt"

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je de concepten uitleggen en begrijpen:
  •  fusies
  • overnames
  • kartels (prijs, quotum, marktverdeling)
  • mededingingswet  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over fusies en overnames van bedrijven?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Fusie en overname van een bedrijf
Een fusie is wanneer twee bedrijven samengaan/samensmelten om één (nieuw) bedrijf te vormen. 

 terwijl een overname plaatsvindt wanneer het ene bedrijf het andere koopt of de aandelen van het bedrijf koopt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat is een reden van een fusie of overname van een bedrijf?
A
Het uitgangspunt is om een monopolie te hebben
B
Het uitgangspunt is om een de octrooi rechten te kopen
C
Daling van de kosten/kostenbesparend
D
Om de concurrentiepositie te verbeteren

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Redenen voor een fusie en overname
- Daling van de kosten, kostenbesparing op productie/dienstverlening en service
- Verbetering van de concurrentiepositie, bedrijven kunnen door groter te worden de wereldwijde concurrentie beter aan
- Spreiding van bedrijfsrisico's, verlies van ene dochtermaatschappij wordt opgevangen door de winst van een andere

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Noem één of meerde COLLECTIEVE producten

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Waarom en hoe grijpt de overheid in?

Collectieve producten
- Vrije marktwerking is niet mogelijk bij:
Dijken
Politie
Defensie
Rechtbank
Onderwijs

Dit kan je namelijk niet "verkopen"

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Situatie:
  • milieuverontreiniging
  • sporten is gezond en goed

  • werkeloosheid

  • kartel afspraken ondernemingen
Overheidsingrijpen:
  • afvalheffing, accijnzen
  • subsidie aan sportvereniging
  • dalen van inkomen tegengaan
  • verbod door middel van MEDEDINGINGSWET

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kartel
Als 2 ondernemingen onderlinge afspraken maken, met als doel om de concurrentie uit te schakelen , is er sprake van 
KARTELVORMING

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


Wat vind jij als consument dat  Samsung aan prijskartel heeft gedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

This item has no instructions

Quotumkartel
Een quotumkartel is wanneer bedrijven afspraken maken over de hoeveelheden die ze produceren om de marktprijzen te beïnvloeden.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

PRIJSKARTEL
Bedrijven hebben prijsafspraken gemaakt of informatie over prijzen met elkaar gedeeld

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Productiekartel
Een productiekartel is wanneer rivaliserende bedrijven samenwerken om een bepaalde productiehoeveelheid te handhaven en zo de markt te controleren.

Dit wordt ook een quotum kartel genoemd

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van bedrijven om een quotum kartel af te spreken?
A
door productiebeperking wordt de prijs hoger
B
door minder op de markt te zetten, zijn kosten lager
C
de industrie heeft niet genoeg medewerkers
D
De concurrentie wordt hoger, dus prijs daalt

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Mededingingswet, ACM, AFM, DNB
De mededingingswet en de autoriteiten ACM, AFM en DNB zijn belast met het handhaven van eerlijke concurrentie en het beschermen van consumentenbelangen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Marktverdelingskartel
bedrijven spreken een verdeling van de afzetgebieden onder elkaar af. Dus er is geen concurrentie in die gebieden

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Glazenwassers spreken onderling af en verdelen de, straten of postcode gebieden, onder elkaar. Hoe noemen wij deze vorm van kartelafspraak?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Toepassing en evaluatie
Nu je meer weet over fusies, kartels en mededingingswet, kun je in groepen situaties analyseren en bespreken hoe deze concepten van toepassing zijn.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

MEDEDINGINGWET
Verbod op kartel
Misbruik van economische macht verbieden
verplicht om vergunning aan te vragen bij een overname of fusie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wie ziet toe op de naleving van de MEDEDINGINGWET?
A
EC (Europese Commissie)
B
ACM (Autoriteit Consument en Markt)
C
AFM (Autoriteit Financiële markten)
D
DNB (De Nederlandse Bank)

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet de AFM?
Houdt toezicht op kopers en verkopers op 
FINANCIËLE MARKTEN.
Denk aan pensioenfondsen, banken, beleggingsmaatschappijen, verzekeringsmaatschappijen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat doet de DNB (De Nederlandse Bank)?
A
Toezicht op de hoogte van de rente van leningen
B
Toezicht op of ze geen stelende medewerkers hebben
C
Toezicht op de hoogte van de rente op spaarrekeningen
D
Toezicht of de banken aan hun financiële verplichtingen kan voldoen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Aan de slag!
Maak de volgende opdrachten:
9.20 (op bladzijde 278)
9.21 (op bladzijde 279)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 25 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 26 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 27 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.