,

H2.2 Paragraaf 2.2: Een ruime arbeidsmarkt

H2.2: een ruime arbeidsmarkt
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H2.2: een ruime arbeidsmarkt

Slide 1 - Slide

Sleep de begrippen naar het juiste vak.
Vraag naar arbeid
Aanbod van arbeid
Werkgever
Werknemer
Werkgelegenheid
Beroepsbevolking
Vacatures
Werklozen

Slide 2 - Drag question

2.2 een ruime arbeidsmarkt
Het is niet prettig om werkloos te zijn. En het kan ook jou overkomen. Om iets tegen de werkloosheid te doen, is het belangrijk om meer over de oorzaken te weten. Ligt het bijvoorbeeld aan de opleiding? 
Of aan de streek waar je woont? 
In deze paragraaf leer je over 
de oorzaken van werkloosheid.

Slide 3 - Slide

2.2 een ruime arbeidsmarkt
Leerdoel:
in deze les leer je de verschillende oorzaken van werkloosheid  en kun je deze uitleggen.

Slide 4 - Slide

Ruime arbeidsmarkt 
Werkloosheid

Slide 5 - Slide

2.2 een ruime arbeidsmarkt
regionale werkloosheid: weinig bedrijven in de regio
seizoenswerkloosheid: stille perioden in bedrijven
structurele werkloosheid: verandering in productie bij dezelfde vraag naar producten + vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan
frictie werkloosheid: het duurt even voordat de eerste baan of een nieuwe baan gevonden is

Slide 6 - Slide

2.2 een ruime arbeidsmarkt
het ontstaan van structurele werkloosheid
  • productie wordt verplaatst
  • vervangen van oude producten voor nieuwe producten
  • investeren in arbeidsbesparende apparaten
  • niet op elkaar aansluiten van vraag naar arbeid en aanbod van arbeid

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

0

Slide 9 - Video

een strandtent gaat failliet. wat voor werkloosheid is dat?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 10 - Quiz

Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele

Slide 11 - Quiz

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 12 - Quiz

Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
regionale werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid

Slide 13 - Quiz

Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 14 - Quiz

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.

Slide 17 - Quiz