In de natuur doorloopt elke stof een kringloop. Ook water en koolstofdioxide doorlopen een kringloop.
Slide 3 - Slide
Kringloop van water
Het water verdampt. (Warmte) De waterdamp stijgt op. Hoog in de lucht wordt het kouder. Daardoor vindt condensatie plaats.
De waterdamp - druppeltjes, wolken. (Regen)
Door neerslag keert het water uit de wolken terug op het aardoppervlak.
Het water verzamelt zich in rivieren en stroomt terug naar de oceanen en zeeën.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Lucht: Planten (producenten) nemen koolstofdioxide op uit de lucht. Ze gebruiken het koolstofdioxide bij de fotosynthese. De koolstof uit het koolstofdioxide komt daarbij terecht in glucose. (Energierijke stof).
Je lichaam gebruikt glucose als brandstof. De energie in de glucose komt dan vrij. Ook planten gebruiken glucose als brandstof. Bij verbranding ontstaat koolstofdioxide. Planten en dieren geven dat koolstofdioxide af aan de lucht.
Een ander deel van de glucose gebruikt de plant om energierijke stoffen te maken, zoals koolhydraten, eiwitten en vetten. De koolstof komt dan terecht in plantaardige energierijke stoffen.
Slide 6 - Slide
Als een plant wordt gegeten door een dier, komen de energierijke stoffen uit de plant in het dier terecht.
- Brandstof - koolstofdioxide afgegeven aan de lucht.
- Bouwstof - De koolstof: in de energierijke stoffen van dieren. - Onverteerd - de uitwerpselen (poep).
Slide 7 - Slide
Een dier kan worden gegeten door een ander dier of door een mens. Zo kan de koolstof van het ene organisme terechtkomen in het andere organisme.
De stoffen in de dode resten van organismen en in de uitwerpselen van dieren worden dan opgenomen door reducenten.
De bacteriën en schimmels verbruiken het als brandstof bij de verbranding. Hierbij ontstaat weer koolstofdioxide, dat aan de lucht wordt afgegeven.
Slide 8 - Slide
Je kunt biotische en abiotische factoren onderscheiden.
Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De niveaus van de ecologie
- Individu
- Populatie
- Leefgemeenschap
De abiotische factoren en de levensgemeenschap samen vormen een ecosysteem. Een ecosysteem is een gebied waarbinnen de biotische en de abiotische factoren een eenheid vormen.