This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
oefenles strafrecht
Slide 1 - Slide
Dé kennisquiz!!
Slide 2 - Slide
Van welk strafbaar feit is dit de wettekst?: Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigen......
A
afpersing
B
diefstal
C
bedreiging
D
mishandeling
Slide 3 - Quiz
In welk artikel in het Wetboek van Strafrecht staat het strafbare feit diefstal?
A
300
B
23
C
130
D
310
Slide 4 - Quiz
Als je in de supermarkt een blikje in je tas (ver)stopt, maar je bent de winkel nog niet uit, is er dan al sprake van diefstal?
A
ja
B
nee
Slide 5 - Quiz
Als je bent aangehouden als meerderjarige, wie mag je dan op het politiebureau komen opzoeken?
A
ouders, vertrouwenspersoon en advocaat
B
iedereen als er maar een afspraak is gemaakt
C
advocaat
D
niemand
Slide 6 - Quiz
Welk belangrijk recht heb je als verdachte?
A
zwijgrecht
B
zwijgplicht
C
het recht op vrijheid
Slide 7 - Quiz
Wie is naast de verdachte (met zijn advocaat) en de rechter de 3e belangrijke persoon op een zitting?
A
de politie
B
de griffie
C
de officier van justitie
Slide 8 - Quiz
Moet je als verdachte altijd aanwezig zijn op je zitting?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quiz
Uit hoeveel mensen bestaat de jury in een strafzaak?
A
3
B
19
C
11
D
0
Slide 10 - Quiz
De hoogste straf is een levenslange gevangenisstraf. Hoe lang duurt deze?
A
20 jaar
B
je hele leven
C
30 jaar
D
40 jaar
Slide 11 - Quiz
Veel verdachten hebben liever een gevangenisstraf dan tbs. Waarom?
A
bij gevangenisstraf weet je wanneer deze eindigt, bij tbs niet
B
bij tbs moet je meewerken aan behandeling als je vrij wilt komen, bij gevangenisstraf niet
C
mensen vrezen om met een tbs-maatregel nooit meer ergens een baan te kunnen vinden
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 12 - Quiz
Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechter, bij welke instantie kom je dan in hoger beroep?