Feit, mening en argumenten

Feit, mening, argument
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Feit, mening, argument

Slide 1 - Slide

Lesdoel
- Je kunt vertellen wat feiten, meningen en argumenten zijn.
- Je kunt feiten en meningen herkennen.
- Je kunt argumenten herkennen.
- Je kunt zelf feiten en mening bedenken.

Slide 2 - Slide

Feit / mening / argument
HERHALING
Feit= controleerbaar. Het kan waar of onwaar zijn.
Mening/standpunt= wat iemand vindt van iets. Het verschilt per persoon. Je kunt het ermee eens/oneens zijn. 
Argument= de uitleg waarom iemand een bepaalde mening heeft.

Slide 3 - Slide

Feit of mening?

Jan werkt erg hard.
A
feit
B
mening

Slide 4 - Quiz

Feit of mening?

Hij leert twee uur per dag.
A
feit
B
mening

Slide 5 - Quiz

Feit of mening?

Amsterdam is mooier dan Rotterdam.
A
feit
B
mening

Slide 6 - Quiz

Feit of mening?

Nederlands is leuker dan Engels.
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Feit of mening?

In klas 2E zitten 26 leerlingen.
Klas 2D heeft 27 leerlingen.
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quiz

Noteer een feit over jezelf.

Slide 9 - Open question

Noteer een zin met een mening.

Slide 10 - Open question

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 11 - Open question