Tot slot kunnen zorgverleners met de ICF verschillende factoren onderscheiden die het functioneren van mensen kunnen beïnvloeden:
medische factoren: de ziekte, de aandoening of het letsel dat iemand heeft;
persoonlijke factoren: bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, opleiding, persoonlijkheid, bewegings- en voedingsgewoonten;
externe factoren: iemands fysieke en sociale omgeving, bijvoorbeeld het huis waar iemand woont, de aanwezigheid van hulpmiddelen, de werkomgeving, vrienden en sociale normen.