ovufmjybltsv

1 / 15
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Mutaties
D
Draden

Slide 2 - Quiz

Een mutatie is een verandering in het fenotype, veroorzaakt door milieufactoren.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat veroorzaakt kanker?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
rook

Slide 4 - Quiz

Als in een lichaamscel een mutatie plaatsvindt, heeft dit meestal geen gevolgen.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Een vrouw is zwanger. Tijdens de zwangerschap ontstaat in de vagina een mutatie.
Kan de vrouw deze mutatie aan haar kind doorgeven?
A
ja
B
nee
C
alleen als het kind een meisje wordt
D
alleen het een dominant gen is

Slide 6 - Quiz

Waarom heeft een mutatie in een lichaamscel vaak geen gevolgen?

A
omdat een lichaamscel zich niet verder deelt
B
omdat het genotype van de overige cellen niet verandert
C
omdat niet het volledige genotype van de cel is veranderd

Slide 7 - Quiz

FH is een erfelijke ziekte die het gevolg is van een mutatie in een bepaald gen. FH-patiënten hebben meestal van een van beide ouders het gemuteerde gen geerfd en zijn heterozygoot. De kans om van beide ouders een gemuteerd gen te erven, is zeer klein. De kinderen sterven zeer jong. Peter is heterozygoot voor het FH-gen. Hana heeft de ziekte niet en is homozygoot recessief.
Hoe groot is de kans dat ene kind van Peter en Hana de ziekte FH krijgt?
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 8 - Quiz

Willem I wilde van Nederland een gecentraliseerde eenheidsstaat maken. Wat houdt dit in?
A
Veel macht voor de provincies, weinig voor het centrale bestuur.
B
Sterk centraal bestuur en weinig macht voor de provincies.
C
Elke provincie mocht eigen wetten maken.
D
Zoveel mogelijk gelijkheid tussen de burgers.

Slide 9 - Quiz

Hoeveel BPV-uren moet de student
MINIMAAL maken in het 2e leerjaar?
A
360
B
400
C
350
D
900

Slide 10 - Quiz

Stelling: In een gecentraliseerde eenheidsstaat zijn de provincies ondergeschikt aan het landelijke bestuur.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wanneer mag student starten met zijn/haar BPV?
A
Als het Aanvraagformulier POK (digitaal ingevuld) is opgestuurd
B
Als de POK 3x ondertekend is en opgestuurd.
C
Als student in bezit is van VCA-certificaat.
D
Als student stageplek heeft gevonden.

Slide 12 - Quiz

Hoe was ik dit shirt?
A
Op 30 graden, bleken en extra heet strijken
B
op 40 graden, in de droogtrommel en niet strijken
C
Op 40 graden, niet in de droogtrommel en strijken op de middelste stand
D
Met de hand wassen en niet bleken

Slide 13 - Quiz

8444444446o2389843896449f+6378632874327

Slide 14 - Open question

8wu

Slide 15 - Slide