This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
https:
Slide 1 - Link
lesdoel
Kunnen:
uitleggen wat een mutatie is
uitleggen wat het verschil van een mutatie is in geslachtscellen dan wel lichaamscellen
uitleggen hoe kanker ontstaat
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Slide
Mutaties
Mutaties betekenen veranderingen in het genenpakket
In een lichaamcel heeft een mutatie geen grote gevolgen
In een geslachtscel geeft deze de mutatie verder aan de nakomeling
Na een mutatie spreek je van mutant
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Ontstaan
Mutaties ontstaan als foutje bij het kopieren
Door mutagene invloeden (straling of chemische stoffen)
Mutaties kunnen positief uitpakken, zoals bij de Tibetanen op grote hoogte
De evolutie is hierop gebaseerd
Slide 7 - Slide
Mutagene invloeden
Stralingen
radioactieve straling
röntgenstraling
ultraviolette straling
Chemische stoffen
stoffen in sigarettenrook
asbest
Slide 8 - Slide
kanker
ontstaat door mutatie in de genen die de celdeling regelen.
Slide 9 - Slide
tumor, gezwel, kanker
langzame groei <-> snelle groei
ingekapseld, afgerond <-> invasieve groei
uitzaaiingen, metastasen
Slide 10 - Slide
Uit welke stof bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Genen
C
Mutaties
D
Draden
Slide 11 - Quiz
Een mutatie is een verandering in het fenotype, veroorzaakt door milieufactoren.
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
Wat veroorzaakt kanker?
A
nicotine
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
rook
Slide 13 - Quiz
Hoe noemen deze mutatie?
A
witte vrouw
B
vrouw met rode ogen
C
albino
D
mabino
Slide 14 - Quiz
Als in een lichaamscel een mutatie plaatsvindt, heeft dit meestal geen gevolgen.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Een vrouw is zwanger. Tijdens de zwangerschap ontstaat in de vagina een mutatie. Kan de vrouw deze mutatie aan haar kind doorgeven?
A
ja
B
nee
C
alleen als het kind een meisje wordt
D
alleen het een dominant gen is
Slide 16 - Quiz
Waarom heeft een mutatie in een lichaamscel vaak geen gevolgen?
A
omdat een lichaamscel zich niet verder deelt
B
omdat het genotype van de overige cellen niet verandert
C
omdat niet het volledige genotype van de cel is veranderd
Slide 17 - Quiz
FH is een erfelijke ziekte die het gevolg is van een mutatie in een bepaald gen. FH-patiënten hebben meestal van een van beide ouders het gemuteerde gen geerfd en zijn heterozygoot. De kans om van beide ouders een gemuteerd gen te erven, is zeer klein. De kinderen sterven zeer jong. Peter is heterozygoot voor het FH-gen. Hana heeft de ziekte niet en is homozygoot recessief. Hoe groot is de kans dat ene kind van Peter en Hana de ziekte FH krijgt?