This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Summatieve toets Hoofdstuk 3: Water
Slide 1 - Slide
Gas
Vloeibaar
Vast
Wolk
Stoom
IJsklontje
Zeewater
Sneeuw
Slide 2 - Drag question
Wat voor vloeistof wordt vaak gebruikt in een vloeistofthermometer?
A
Alcohol
B
Water
C
Kwik
D
Ruitenwisservloeistof
Slide 3 - Quiz
De vloeistof in een vloeistofthermometer:
A
Krimpt, als de temperatuur stijgt
B
Krimpt, als de temperatuur daalt
C
Zet uit, als de temperatuur stijgt
D
Zet uit, als de temperatuur daalt
Slide 4 - Quiz
Wat voor soort thermometer is dit?
A
Koortsthermometer
B
Vloeistofthermometer
C
Oventhermometer
D
Buitenthermometer
Slide 5 - Quiz
Sleep de temperatuurmetingen naar het juiste meetbereik in graden Celsius
-10 tot 100 °C
35 tot 42 °C
60 tot 300 °C
0 tot 1800 °C
Meten van de temperatuur
van je lichaam
Meten van de temperatuur
van een oven
Meten van de temperatuur
van lava uit
een vulkaan
Meten van de temperatuur van kokend water
Slide 6 - Drag question
Sleep de faseovergang naar het juiste nummer in de afbeelding
condenseren
vervluchtigen
smelten
stollen
rijpen
verdampen
Slide 7 - Drag question
Wat is de fase van de moleculen (deeltjes) uit de afbeelding?
A
gasvormige stof
B
vloeibare stof
C
vaste stof
D
geen van drie
Slide 8 - Quiz
Wat is de fase van de moleculen (deeltjes)?
Ze zijn bewegenlijk en blijven niet bij elkaar.
A
vast
B
vloeistof
C
gas
D
geen van drie
Slide 9 - Quiz
Wat is de fase van de moleculen (deeltjes)?
Ze zijn bewegelijk, maar blijven wel bij elkaar.
A
vast
B
vloeistof
C
gas
D
geen van drie
Slide 10 - Quiz
Hoe heet de fase-overgang bij het overgaan van de vloeibare fase naar de vaste fase bij ijzer?
A
Bevriezen
B
Stollen
C
Smelten
D
Verdampen
Slide 11 - Quiz
In welke fase zit water als het mistig is?
A
Vast
B
Gas
C
Vloeibaar
Slide 12 - Quiz
Na een heldere dag ontstaat er plotseling dichte mist. Wat kun je dan zeggen over de temperatuur?
A
Het is kouder geworden
B
De temperatuur is hetzelfde gebleven
C
Het is warmer geworden
Slide 13 - Quiz
Kwik heeft een smeltpunt van -39°C en een kookpunt van 357°C. Welke fase heeft kwik als het 30 °C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 14 - Quiz
Kwik heeft een smeltpunt van -39°C en een kookpunt van 357°C. Bij welke temperatuur is kwik een gas?
A
-40°C
B
-38°C
C
356°C
D
358°C
Slide 15 - Quiz
Hoe heet de fase overgang van A naar B?
A
Condenseren
B
Verdampen
C
Vervluchtingen
Slide 16 - Quiz
Aluminium heeft een smeltpunt van 660 °C en een kookpunt van 2467 °C. Welke fase heeft aluminium bij 100 °C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 17 - Quiz
Rijp en dauw zijn twee voorbeelden van neerslag. In welk antwoord staat de juiste fase voor beide?
A
Rijp en dauw zijn beide vast
B
Rijp en dauw zijn beide vloeibaar
C
Rijp is vast en dauw is vloeibaar
D
Rijp is vloeibaar en dauw is vast
Slide 18 - Quiz
Keran heeft op een thermometer zonder schaalverdeling het nulpunt (0 °C) en het honderdpunt (100 °C) aangegeven. De twee streepjes staan 10 cm uit elkaar. Als Keran zijn zelfgemaakte thermometer in water van onbekende temperatuur plaatst, stijgt de alcohol in de stijgbuis tot 4 cm boven 0 °C.
Wat is de temperatuur van het water?
A
20 °C
B
40 °C
C
60 °C
D
Dat kun je niet zeggen met de gegevens die je hebt
Slide 19 - Quiz
Zie de grafiek. Welke faseovergang vindt hier plaats?
A
Stollen
B
Verdampen
C
Condenseren
D
Smelten
Slide 20 - Quiz
Welke faseovergang zie je op de afbeelding?
A
Verdampen
B
Smelten
C
Condenseren
D
Stollen
Slide 21 - Quiz
Welke fase heeft het water op plaats C?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 22 - Quiz
Hoe noem je verdikking onderaan het glazen pijpje van een vloeistofthermometer?
A
de schaalverdeling
B
de stijgbuis
C
het reservoir
Slide 23 - Quiz
Hoe heet onderdeel 1 ?
A
reservoir
B
schaalverdeling
C
cilinder
D
stijgbuis
Slide 24 - Quiz
Bij de fase-overgang rijpen gaat water van ...
rijp
A
vast naar vloeibaar
B
gas naar vast
C
vloeibaar naar vast
Slide 25 - Quiz
Welke pijl hoort bij de fase-overgang condenseren?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 26 - Quiz
Welke pijl hoort bij de fase-overgang vervluchtigen?
A
1
B
2
C
5
D
6
Slide 27 - Quiz
Wat is de fase van water als het 105°C is?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas
Slide 28 - Quiz
Klaar? Goed bezig!
Rond de toets af door op de knop te drukken.
Ga dan aan de slag met de weektaak van volgende week.