This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 3 min
Items in this lesson
Poster 12
Slide 1 - Slide
Het onderdeel
Een computer bestaat uit diverse onderdelen.
Slide 2 - Slide
geef een synoniem van onderdeel
Slide 3 - Open question
Vanzelfsprekend
Het is vanzelfsprekend dat je in de winter een jas aandoet.
Slide 4 - Slide
wat is een synoniem van vanzelfsprekend
Slide 5 - Open question
stimuleren
Het is belangrijk om je kinderen te stimuleren om dingen te doen en te leren.
Slide 6 - Slide
Wat is geen synoniem van stimuleren?
A
bevorderen
B
tegenhouden
C
motiveren
D
aanmoedigen
Slide 7 - Quiz
Risico lopen
Met freerunning loop je een groter risico om blessures op te lopen dan als je hardloopt
Slide 8 - Slide
risico lopen
Slide 9 - Mind map
Beïnvloeden
In je leven word je beïnvloed door verschillende personen, zoals je ouders, vrienden, docent, collega’s etc. Deze mensen hebben invloed op jouw gedachten en keuzes.
Slide 10 - Slide
wat is geen synoniem van beïnvloeden?
A
binnen houden
B
bewerken
C
doorwerken in
D
mening opdringen
Slide 11 - Quiz
Reageren
Een mens reageert op prikkels door bijvoorbeeld te bewegen
Slide 12 - Slide
reageren
Slide 13 - Mind map
Nuttig
Een vaatwasser is een nuttig product. Het maakt de afwas doen een stuk sneller en makkelijker.
Slide 14 - Slide
nuttig
Slide 15 - Mind map
Het verschijnsel
Een eclips is een bijzonder verschijnsel. Het gebeurt heel weinig
Slide 16 - Slide
wat is geen synoniem van het verschijnsel
A
manifestatie
B
luchtspiegeling
C
fenomeen
D
regenbui
Slide 17 - Quiz
Vermelden
- Bij een inschrijving moet je altijd je naam vermelden. - Tijdens een telefoongesprek vermeld je altijd je naam.