thema geldzaken - inkomen

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je , rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je , rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Economie 
Economie 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  1. Herhaling vorige les - voorkennis her activeren.
  2. Huiswerk bespreken
  3. Uitleg thema inkomen blok 1 
  4. Aan de slag met thema inkomen 
  5. Uitleg thema inkomen blok 2
  6. Afsluiting

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Ik heb het huiswerk nagekeken en vragen indien nodig erover gesteld.
  2. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
  3. Ik kan de begrippen en berekeningen vanuit thema inkomen uitleggen en toepassen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De online omgeving
        Lesson up                                                Teams

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen - rekenen met procenten
  1. Aan het einde van de les weten jullie het verschil tussen absoluut en relatief.
  2. Aan het einde van de les weten jullie waarom het belangrijk is om te kunnen rekenen (ook met procenten).
  3. Aan het einde van de les kunnen jullie berekenen hoeveel procent een deel van het totaal is.
  4. Aan het einde van de les kunnen jullie een procentuele verandering berekenen.
  5. Aan het einde van de les weten jullie het verschil tussen procenten en procentpunten.
  6. Aan het einde van de les kan je van absoluut naar relatief rekenen en van relatief naar absoluut.
  7. Aan het einde van de les heb je samengewerkt met je buurman/buurvrouw

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een procentpunt?
A
De komma tussen het getal en de decimaal
B
Een procentuele verandering
C
Het doen van de procenten die berekend zijn
D
Het absolute verschil tussen twee percentages.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
timer
8:00
Wat ga je doen
Controle antwoorden
+ vragen stellen 
Hoe ga je dit maken?
Keuze 1 :
Klassikaal vragen stellen en nakijken

Keuze 2:
Zelfstandig nakijken via teams antwoorden
Ben je klaar?
Bekijk en lees alvast thema inkomen
LET OP! 
Stoplicht

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geldzaken
De thema's:
  1. rekenen met procenten
  2. Inkomen
  3. Sparen en beleggen
  4. Samenleven
  5. Lenen
  6. Ondernemerschap
  7. De eenmanszaak
  8. Overheid
  9. Buitenland 
  10. Markt

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les weten jullie wat je inkomen in elke levensfase verschillend is.
  2. Aan het einde van de les weten jullie wat het verband is tussen je inkomen en je vermogensopbouw.
  3. Aan het einde van de les weten jullie wat een individuele arbeidsovereenkomst is, en welke afspraken daarin worden gemaakt.
  4. Aan het einde van de les kennen jullie het verschil tussen de loonkosten, het brutoloon en het nettoloon.
  5. Aan het einde van de les weten jullie wat een cao is en welke afspraken daarin worden gemaakt.
  6. Aan het einde van de les weten jullie wat de wig is, en wat dat te maken heeft met de loonbegrippen.
  7. Aan het einde van de les heb je samengewerkt met je buurman/buurvrouw

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voor de Uitleg schakelen we over naar Powerpoint

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bruto loon en Netto loon

Bruto Loon = salaris dat je afspreekt met de werkgever, wat je verdient (hoger)
Netto loon = salaris dat je op je rekening krijgt (lager)
Premies = volksverzekeringen premie + pensioen premie

Het verschil tussen bruto en netto is de loonheffing (belasting en premies)

Formule:
Netto loon = Bruto loon - ( loonbelasting + premies )

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Welke levensfase maakt 'relatief' de meeste schulden?
(verhouding inkomsten vs kosten/schulden)
A
Kleine kinderen
B
Studenten
C
Volwassenen
D
Bejaarden

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat staat er in een arbeidsovereenkomst
A
hoeveel uren je werkt
B
het loon dat je verdient
C
Hoelang de proeftijd is
D
Al deze antwoorden

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Een afspraak tussen werkgever en werkgever
B
Opzegtermijn
C
Proeftijd
D
Een afspraak tussen werknemer en werkgever

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

CAO is een arbeidsovereenkomst voor een:
A
hele groep werknemers in een bepaalde bedrijfstak
B
één werknemer
C
één werkgever
D
hele groep werkgevers in een bepaalde bedrijfstak

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn secundaire arbeidsvoorwaarden?
A
Salaris, vakantiegeld, arbeidstijden, wettelijk aantal verlofdagen.
B
Laptop/telefoon, extra vakantiedagen, 13e maand, onkosten vergoeding
C
Kantoor, planten, waterautomaat, dartbord, borrel + vette hap na het werk
D
Bestaan niet.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen primaire arbeidsvoorwaarde?
A
Werktijden
B
Auto van de zaak
C
Vakantiedagen
D
Salaris

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

rustmoment
timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voor de Uitleg schakelen we over naar Powerpoint

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoe reken je de wig uit?
A
Loonkosten - loonbelasting
B
Nettoloon + Loonbelasting + sociale premies werknemer
C
Loonkosten - nettoloon
D
Loonkosten - brutoloon

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon + loonbelasting
B
Brutoloon + Belastingen + premies
C
Brutoloon - (loonbelasting + pens. en volks. premies)
D
Belastingen + Brutoloon + pensioen premies en volksverzekering premies

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Maakwerk
timer
20:00
Wat ga je doen
Opdrachten inkomen - loonkosten, bruto- en nettoloon maken.

bladzijde 14
Hoe ga je dit maken?
zelfstandig

Vragen? 
Eerst je buur en als 2e de uitlegtafel.
Ben je klaar? 
Werk aan je huiswerkopdrachten
- loonkosten, brutoloon nettoloon
- Inkomen en vermogen
- Chez le patron
LET OP! 
Het stoplicht.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden loonkosten, bruto en nettoloon

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Ik heb het huiswerk nagekeken en vragen indien nodig erover gesteld.
  2. Ik weet wat ik de volgende lessen kan verwachten.
  3. Ik kan de begrippen en berekeningen vanuit thema inkomen uitleggen en toepassen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  1. Aan het einde van de les weten jullie wat je inkomen in elke levensfase verschillend is.
  2. Aan het einde van de les weten jullie wat het verband is tussen je inkomen en je vermogensopbouw.
  3. Aan het einde van de les weten jullie wat een individuele arbeidsovereenkomst is, en welke afspraken daarin worden gemaakt.
  4. Aan het einde van de les kennen jullie het verschil tussen de loonkosten, het brutoloon en het nettoloon.
  5. Aan het einde van de les weten jullie wat een cao is en welke afspraken daarin worden gemaakt.
  6. Aan het einde van de les weten jullie wat de wig is, en wat dat te maken heeft met de loonbegrippen.
  7. Aan het einde van de les heb je samengewerkt met je buurman/buurvrouw

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Zet in volgorde
+
=
+
=
Brutoloon
Werkgeverspremies
Belasting & premies volksverzekering
Bruto-brutoloon
Nettoloon

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Bruto- bruto loon
Netto loon
brutoloon
Werknemer ontvangt
Wat de werkgever betaalt
Wat de werkgever en de werknemer afspreken

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

This item has no instructions

Bereken het
nettoloon...

Slide 31 - Open question

1500 + 55 = 1555 
1555 - 233 - 106 = 1216
De volgende les wil ik graag....
Meer uitleg
Meer zelfstandig werken
Meer afwisseling in de les
Meer iets actiefs doen
Meer .. (vul zelf in)

Slide 32 - Poll

This item has no instructions

Huiswerk


Neem de spullen die je voor de les nodigt hebt mee?

Huiswerkopdrachten
- loonkosten, brutoloon nettoloon
- Inkomen en vermogen
- Chez le patron



Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan als de bel gaat.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions