KD ICH - Hoofdstuk 1 en 2 - Trainen en trainingswetten

Keuzedeel ICH




Hoofdstuk 1 en 2
Trainen
Trainingswetten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
KD ICHMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Keuzedeel ICH




Hoofdstuk 1 en 2
Trainen
Trainingswetten

Slide 1 - Slide

Uitleg Keuzedeel ICH
  • Les op woensdag 
8.30 - 10.00 uur theorie (Lokaal 2.13)​
10.30 - 12.00 uur praktijk (Atletiekbaan)​
  • 120 uur BPV​
  • Opdrachten op de BPV​
  • Opdrachten op school, tijdens theorie- en praktijkles​
  • Kennistoetsen ​
  • Afsluitende proeve van bekwaamheid






Minimale eis voor deelname 
aan de proeve van bekwaamheid :​
  • 5 opdrachten voldoende​
  • Voldoende aanwezig en Inzet​
     (= 1 vd. 5 opdrachten) ​
  • Toets hfdst. 1-5​
  • Toets hfdst. 6-14 

Slide 2 - Slide

Aankomende periode
Deze periode gaan we aan de slag met de theorie die terug te vinden is in het boek ELEMENTAIRE TRAININGSLEER EN TRAININGSMETHODEN.

NA HOOFDSTUK 5 
VOLGT DE EERSTE THEORIETOETS

Slide 3 - Slide




Hoofdstuk 1: Training

Slide 4 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat het woord training inhoudt:

Slide 5 - Open question

Hoofdstuk 1: Training
  • Training, een definitie:​
het regelmatig, systematisch toedienen van prikkels om de prestaties te verhogen.​

  • Sporttraining 
de fysieke, psychische, technische/tactische, intellectuele en mentale voorbereiding van de sporter met behulp van lichamelijke oefening.


Slide 6 - Slide

Sterke basis - sterke training
Factoren met invloed op het prestatievermogen:​
 

  •  Conditionele factoren/grondmotorische eigenschappen​
  • Intellectuele, psychische eigenschappen (deels trainbaar)​
  • Technische- en/of tactische factoren​
  • Gezondheid, bouw en aanleg (niet trainbaar)​
 



Slide 7 - Slide

CLUKS
IN DE DRIEHOEK
  • Uithoudingsvermogen
  • Kracht
  • Snelheid

DAAR OMHEEN

  • Coördinatie
  • Lenigheid 

Slide 8 - Slide

Hoofdstuk 2: Trainingswetten

Wetmatigheden in training leiden tot een aantal consequenties voor de trainingsopzet en -organisatie → trainingsprincipes.

Slide 9 - Slide

Trainingswetmatigheden
Supercompensatie
Overload
Specificiteit
Individualiteit
Verminderde meeropbrengst
Reversibiliteit
Duurzaamheid

Slide 10 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat SUPERCOMPENSATIE inhoudt:

Slide 11 - Open question

Supercompensatie
Verdeelt in 4 fases:
  • Trainingsfase
  • Herstelfase
  • Supercompensatie
  • Daling tot beginniveau

Trainingswetmatigheden zijn regels die iets zeggen over de supercompensatie.

Slide 12 - Slide

Wat zou het 'verminderd meeropbrengst' principe inhouden?:

Slide 13 - Open question

Overload & verminderde meeropbrengst
Overload: trainingen moet (langzaam) steeds meer inspanning vragen om beter te worden.

Verminderde meeropbrengst: Hoe beter je bent hoe moeilijker het is om nog beter te worden.

Slide 14 - Slide

Duurzaamheid & Reversibiliteit
Duurzaamheid: 
Verbeteringen die geleidelijk ontstaan blijven langer behouden. Wie voor de snelle, korte weg kiest zal een minder hoog prestatieniveau behalen.

Reversibiliteit (omkeerbaarheid): 
Trainingseffecten verdwijnen of de ontwikkeling van een bewegingseigenschap stagneert, als de sporter geen of te weinig belastingprikkels toedient.

Slide 15 - Slide

Specificiteit & Individualiteit
Specificiteit: Je verbetert alleen datgene wat je traint. De sporter zal specifiek belast moeten worden, wil hij er in de eigen sport op vooruit gaan.

Individualiteit: Elke sporter heeft een eigen beginsituatie. Elke sporter moet op zijn eigen niveau belast of getraind worden.

Neem trainingsschema’s NIET klakkeloos over.

Slide 16 - Slide

Test je kennis!?

Slide 17 - Slide

Welke trainingswetmatigheid
zie je hiernaast:
(klik om te vergroten)
A
Overload principe
B
Verminderde meeropbrengst
C
Overtraining
D
Reversibiliteit

Slide 18 - Quiz

Elke sporter heeft een eigen beginsituatie.
Dit zegt iets over:
A
Specificiteit
B
Individualiteit
C
Duurzaamheid
D
Reversibiliteit

Slide 19 - Quiz

Lesopdracht: Praktijk
1. We maken drie groepen; ​

2. Iedere groep bereid 9 oefeningen voor gericht de benen (+billen), core (buik en rug) of armen (+schouders)​
3. Minimaal materiaalgebruik – matjes / medicijnballen / springtouwtjes / U-Track Fitnessgedeelte

Slide 20 - Slide