spelling herhaling H1, 2, 3

herhaling spelling 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

herhaling spelling 

Slide 1 - Slide

Welk woord is correct gespeld?
A
galaavond
B
koffieuurtje
C
dominoeffect
D
intakegesprek

Slide 2 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
Oost-Europees
B
anti-roker
C
havo-leerling
D
adio-visueel

Slide 3 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
berenhol
B
berenleuk
C
geboortenkaartje
D
invalidesplaats

Slide 4 - Quiz

Welk woord is correct gespeld?
A
spinneweb
B
gevoelstemperatuur
C
zonnensteek
D
rijstenvlaai

Slide 5 - Quiz

Laat weg wat je weg mag laten/ gebruik zo nodig een streepje:
"aan knop en uit knop"
A
aanknop en uit-
B
aan- en uitknop
C
aan-en-uitknop
D
aanenuitknop

Slide 6 - Quiz

Laat weg wat je weg mag laten/ gebruik zo nodig een streepje:
huis aan huis blad
A
huis-aan-huisblad
B
huis-aan-huis-blad
C
huisaanhuis-blad
D
huisblad-aan-huisblad

Slide 7 - Quiz

Welke is correct gespeld?
A
stagiair
B
stageair
C
stagaier
D
stagiër

Slide 8 - Quiz

Welke is correct gespeld?
A
repertiore
B
attracktief
C
café's
D
maillot

Slide 9 - Quiz

voorbereidingstip
Maak de opdrachten uit je boek nog eens. Gebruik de gecorrigeerde antwoorden uit je schrift als antwoordmodel. 

Slide 10 - Slide

tussenletters 1

Slide 11 - Slide

Tip
Wanneer je twijfelt of je nu een tussen-s moet schrijven omdat er al een -s in het woord staat, is het slim om het tweede woord van de samenstelling te vervangen door een woord dat niet begint met een -s. 
beroep + speler > vervang speler door gokker 
beroepsgokker

Slide 12 - Slide

tussenletters 3

Slide 13 - Slide

tussenletters 4

Slide 14 - Slide

nakijken 1 2 3 op p. 125

Slide 15 - Slide