Formuleren - Trappen van vergelijking

Trappen van vergelijking

 Taalverzorging - Formuleren
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Trappen van vergelijking

 Taalverzorging - Formuleren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Je kunt de trappen van vergelijking correct gebruiken.

Je kunt de trappen van vergelijking correct gebruiken in combinatie met als en dan.

Slide 2 - Slide

Trappen van vergelijking 
 
1. stellende trap
2. vergrotende trap
3. overtreffende trap

Slide 3 - Slide

De trappen van vergelijking
1. stellende trap (als)
2. vergrotende trap (dan)
3. overtreffende trap

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Stellende trap
dik
klein
lief
leuk
aardig
mooi
duur
veel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Schrijf de trappen van vergelijking op van: leuk

Slide 10 - Open question

Schrijf de trappen van vergelijking op van: vast

Slide 11 - Open question

Schrijf de trappen van vergelijking van logisch

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

In de eerste ronde was Milan bijna net zo snel ... zijn tegenstander.
A
dan
B
als

Slide 16 - Quiz

De cake smaakt morgen net zo goed ... vandaag.
A
dan
B
als

Slide 17 - Quiz

Veel leerlingen werken liever alleen ... in een groepje.
A
dan
B
als

Slide 18 - Quiz

Guus is minstens even chaotisch ... zijn broertje.
A
dan
B
als

Slide 19 - Quiz

Nigel beweert dat Snelle niet half zo goed is ... Boef.
A
dan
B
als

Slide 20 - Quiz

Eerlijk gezegd vind ik zoete drop lekkerder ... zoute
A
dan
B
als

Slide 21 - Quiz

Soms gebruik je bij de overtreffende trap 'meest'. Bij welke woorden doe je dat?

Slide 22 - Open question

Huiswerk

Slide 23 - Slide