Havo 5 hoofdstuk 2 en 5

Herhaling H2 en H5
In deze LessonUp zie je een overzicht van alle interactieve dia's die in de les gebruikt zijn. Je kunt ze gebruiken om te oefenen voor SE2. 

We beginnen met plaattektoniek
1 / 46
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H2 en H5
In deze LessonUp zie je een overzicht van alle interactieve dia's die in de les gebruikt zijn. Je kunt ze gebruiken om te oefenen voor SE2. 

We beginnen met plaattektoniek

Slide 1 - Slide

Zet de omschrijving bij de juiste korst
Oceanische korst
Continentale korst
Relatief dik
Maximaal 200 miljoen jaar oud
Basalt
Graniet
Stollingsgesteente

Slide 2 - Drag question

Zet de omschrijvingen in de juiste volgorde
1
2
3
4
5
De kern is ontzettend warm
De mantel gaat vloeien om de warmte kwijt te kunnen 
Een continentale korst is het dikst; hier kan de mantel de warmte niet goed kwijt
Omdat de warmte niet goed weg kan, is de convectiestroom omhoog gericht en wordt de korst opgeheven
De korst breekt onder de grote druk: er is een breuk ontstaan

Slide 3 - Drag question

Zet de foto's op de juiste plaats

Slide 4 - Drag question

Vul de begrippen in op de juiste plek
Continent - Continent
Oceaan - continent
Plooiingsgebergte
Geen
Zwaarste
Zeer zwaar
Explosief
Heuvelachtig

Slide 5 - Drag question

Magmakamer
Stratovulkaan
Subductie
Diepzeetrog
Slab pull

Slide 6 - Drag question

Wat is geen kenmerk van vulkanen bij hotspots?
A
Schildvulkanen
B
Effussieve eruptie
C
Taai magma
D
Weinig gassen

Slide 7 - Quiz

Bekijk de bron. Leg uit waarom de
oude vulkanen kleiner zijn

Slide 8 - Open question

Bekijk de bron. Waarom zijn er weinig
hotspots onder de continentale korst?

Slide 9 - Open question

Vloeibaar
Stroperig & gasrijk
Vloeibaar
Effussief
Explosief
Effussief
Schild
Schild
Strato
Breukgebergte
Plooiingsgebergte

Slide 10 - Drag question

Sleep de juiste foto/begrippen naar het juiste type gesteente
Stollingsgesteente
Sedimentgesteente
Metamorf gesteente
Marmer
Diamant
Basalt
Graniet
Bij het ontstaan van dit type gesteente heeft de wind of water een grote invloed
Combinatie van druk & warmte erg belangrijk
Begint bij magma
Kalksteen
Zandsteen

Slide 11 - Drag question

Sleep de hotspots naar de juiste plek in de afbeelding
Sedimentgesteente
Als sedimentgesteente onder druk of hitte verandert
Als sedimentgesteente smelt
Als metamorf gesteente smelt
Stollingsgesteente
Als er bij stollingsgesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als er bij metamorf gesteente sprake is van vewering en/of erosie
Als stollingsgesteente weer smelt
Als stollingsgesteente door hitte of druk verandert

Slide 12 - Drag question

Klimaat

Slide 13 - Slide

Geef een zo kort mogelijke omschrijving van luchtdruk

Slide 14 - Mind map

Wat is de belangrijkste aandrijving van het klimaat?

Slide 15 - Mind map

Stelling: Zonder zon zou de luchtdruk (vrijwel) gelijk zijn
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 16 - Quiz

Het land warmt op. De lucht zet uit en wordt lichter dan de omgeving
Omdat de lucht lichter is dan de omgeving stijgt deze op
Hier is het koud. De lucht koelt af en krimpt. 
De koelere zwaardere lucht daalt

Slide 17 - Drag question

Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk

Slide 18 - Drag question

De lucht wordt opgewarmd
De lucht koelt af, waterdamp condenseert en er ontstaat bewolking
De waterdamp is al uit de lucht geregend
De lucht warmt op, waardoor de overgebleven waterdamp niet condenseert

Slide 19 - Drag question

Lagedrukgebied
Hogedrukgebied
Minimum
Maxiumum
Droog
Zonnig
Bewolkt
Neerslag
Weinig luchtdeeltjes
Veel luchtdeeltjes
Lucht stijgt
Lucht daalt

Slide 20 - Drag question

Wat is het corioliseffect?

Slide 21 - Mind map

Wat is het de wet van Buys Ballot?

Slide 22 - Mind map

Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied

Slide 23 - Drag question

Plaats de juiste omschrijving bij de juiste locatie
Evenaar
30 graden noorder- & zuiderbreedte
Lage luchtdruk
Hoge luchtdruk
Neerslag
Zonnig
Bewolkt
Droog

Slide 24 - Drag question

Zijn de volgende omschrijvingen juist of onjuist?
Juist
Onjuist
Over een jaar krijgt de evenaar het meeste energie van de zon
In juni geeft de zon de meeste energie aan de kreeftskeerkring
Het lagedrukgebied beweegt met de instraling van de zon mee
In juli is het vlak ten noorden van de evenaar droog

Slide 25 - Drag question

Hier is er het hele jaar door sprake van neerslag
Hier regent het vooral in juli heel veel
Hier regent het vooral in januari heel veel
Hier regent het vooral in de zomer

Slide 26 - Drag question

ITCZ in Zuid-Oost Azië: Sleep de klimaatgrafieken naar de juiste plaats

Slide 27 - Drag question

Welk type water is het zwaarst?
A
Koud & zout water
B
Warm & zout water
C
Koud & zoet water
D
Warm & zoet water

Slide 28 - Quiz

Leg met behulp van de bron uit waarom
het klimaat in Noorwegen warmer is dan in
Canada

Slide 29 - Open question

Leg uit welk effect de oceanische circulatie heeft
op de temperatuur rond:
- De evenaar
- De Noord- & Zuidpool

Slide 30 - Open question

De nabijheid van water leidt tot:
A
Een groter temperatuurverschil tussen dag & nacht
B
Een kleiner temperatuurverschil tussen dag & nacht

Slide 31 - Quiz

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
E-Klimaat
B-Klimaat

Slide 32 - Drag question

A-Klimaat
B-Klimaat
C-Klimaat
D-Klimaat
E-Klimaat
Tropisch Klimaat
Gemiddelde maandtemperatuur nooit lager dan 18 graden
Droge / aride klimaten
Max 400 mm neerslag per jaar
Zeeklimaten
Temperatuur koudste maand gemiddeld tussen -3 en +18 graden
Landklimaten
Koudste maand kouder dan -3, warmste maand warmer dan +10
Poolklimaat
Warmste maand gemiddeld kouder dan +10

Slide 33 - Drag question

Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Winterdroogte
Zomerdroogte
Droogteseizoen faalt
Steppe
Woestijn
Toendra
Vriest
s
w
f
F
T
W
S

Slide 34 - Drag question

Welke 2e letter van het klimaatsysteem hoort waar?
Savanne
Tropisch Regenwoud
Droog; er groeien struikjes en gras, maar geen bomen. 
Te droog voor begroeiing
Koud, maar begroeiing mogelijk
IJskap
s
w
f
F
T
W
S

Slide 35 - Drag question

Slide 36 - Drag question

Landschapsverandering

Slide 37 - Slide

Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride Zone
Tropische zone

Slide 38 - Drag question

Polaire zone
Boreale zone
Gematigde zone
Subtropische zone
Aride zone
Tropische zone
Deze landschapszone is het gebied tussen de keerkringen. 
 In deze zone valt zo weinig neerslag en is de verdamping zo hoog dat er geen vegetatie kan groeien. 
Het is er iets koeler dan in de tropische zone. Er komt mediterrane plantengroei voor met altijd groene naaldbomen en bladverliezende loofbomen.
Er heerst een vochtig klimaat. Het wordt er niet ijskoud, en ook niet heel warm. Er groeien naaldbomen, bladverliezende loofbomen en er komen steppen (prairies) voor.
Er komen taiga’s met homogeen bos voor en toendra’s. In toendra’s ontdooit alleen de bovenlaag van de bodem in de zomer en er groeien geen bomen. 
Landschapszone waar het nooit warmer dan 10 °C wordt. Het is er te koud voor bomen; er groeien alleen struikachtige planten. 

Slide 39 - Drag question

Bekijk de doorsnede van de rivier. Welke omschrijving hoort waar?
Veel erosie
Beetje erosie
Sedimentatie grote stukken
Sedimentatie kleine stukken

Slide 40 - Drag question

Erosie
Erosie
Erosie
Sedimentatie
Sedimentatie
Sedimentatie

Slide 41 - Drag question

In het Taurusgebergte, in het zuidwesten van Turkije, vindt veel ontbossing plaats. Dit leidt in het omliggende gebied regelmatig tot overstromingen.
Leg uit dat ontbossing in het Taurusgebergte kan leiden tot overstromingen in het omliggende gebied.
Je uitleg moet een oorzaak-gevolgrelatie bevatten.

Slide 42 - Open question

Chemische Verwering
Mechanische Verwering

Slide 43 - Drag question

Erosie
Verwering

Slide 44 - Drag question

Morene
Puinhelling

Puinwaaier
Een verzameling losse stukken steen die in een gebergte in een vrije val naar beneden zijn gekomen en aan de voet van een helling liggen.
Sediment, neergelegd door een gletsjer.
Kegelvormige puinhelling die ontstaat op een plotselinge overgang in reliëf.

Slide 45 - Drag question

Noem een vorm van landdegradatie.

Slide 46 - Mind map