1.2 Uitvoeren

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Schrijven

1.2 Uitvoeren

Lesdoel

Je werkt je ideeën van het schrijfplan, dat je in de vorige les hebt gemaakt,uit tot een samenhangende tekst.

Een lange tekst schrijven, hoe pak je dat aan of waar loop je tegen aan?

Betrouwbare bron

Feiten;

Meningen;

Hoe kom je aan je informatie? Waar vind je (betrouwbare) bronnen?

Antwoord

Betrouwbare bronnen kun je vinden via het internet, de bibliotheek/mediatheek, in radio- en/of tv-programma’s en interviews of enquêtes met deskundigen.

Parafraseren

Gebruik je in je tekst informatie uit bronnen? Dan kun je die het best in eigen woorden weergeven: parafraseren. Als dat duidelijker is – of voor de afwisseling – kun je een kort stuk tekst (1-3 zinnen) ook een keer letterlijk overnemen: citeren. Zet die tekst tussen aanhalingstekens en geef duidelijk aan wie het gezegd heeft of uit welke bron je tekst hebt overgenomen.

Samen oefenen (opdr. 1, blz. 154)

• Wat is het doel van de poster?
• Voor welk publiek is de poster bedoeld?
• Op de poster worden drie woorden 

       gebruikt die hetzelfde betekenen. Welke?

• Welk van die drie woorden is het meest neutraal en 

       zou je dus kunnen gebruiken in een tekst  voor 

       een breed publiek? 

Bedenk een andere tekst voor de poster. Je mag parafraseren, heel andere woorden gebruiken, de volgorde omgooien enzovoort. Zorg ervoor dat de boodschap duidelijk is en dat de toon past bij het publiek.

BPV-opdrachten en de les Nederlands

1. Pak het schrijfplan van de vorige les.
2. Wat kun je in de inleiding schrijven? Noteer dit in steekwoorden op het schrijfplan.
3. Wat kun je in het slot schrijven? Noteer dit ook.
4. Je schrijft de eerste versie van je tekst 
5. Volgende les gaan we het hebben over het controleren en verbeteren van je tekst.

Wat is het belangrijkste wat je deze les geleerd hebt?