What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ihc 1 week 6 en 7 Stijl: u/uw, jou/jouw, me/mijn
Welkom!
je, jouw, mij, mijn, u, uw, me
Ga lekker zitten op je/jouw stoel
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
je, jouw, mij, mijn, u, uw, me
Ga lekker zitten op je/jouw stoel
Slide 1 - Slide
Jou of jouw?
Jouw is een bezittelijk voornaamwoord. Jou een persoonlijk voornaamwoord.
Bezit: van wie het is
persoonlijk: we bedoelen een persoon/personen
Slide 2 - Slide
Persoonlijke voornaamwoorden
ik
jij
hij zij
wij
jullie
zij (meervoud)
Slide 3 - Slide
Bezittelijke voornaamwoorden
ik -->
mijn
je -->
jouw
hij -->
zijn
zij -->
haar
u -->
uw
wij-->
ons
,
onze
jullie -->
jullie
zij -->
hun
Slide 4 - Slide
jou of jouw?
Je schrijft
jouw
als het voor een zelfstandig naamwoord staat.
Tip: als je
jouw
vervangt door
uw
, hoor je een
w
? In dat geval schrijf je ook een
w
.
Is dat
jouw
tas?
Laten we naar
jouw
huis gaan.
Slide 5 - Slide
jou/jouw, u/ uw, mij/ mijn
Als je bezit aangeeft in combinatie met het woord
'van'
gebruik je: 'jou', 'u' en 'mij'.
Die onvriendelijke toon van jou staat me niet aan.
Dat is een goed idee van mij.
Slide 6 - Slide
Is dit .... horloge?
Slide 7 - Open question
Is dit ... tekst?
Slide 8 - Open question
Slide 9 - Video
Aan de slag
Slide 10 - Slide
Je weet nu
Persoonlijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden
Slide 11 - Slide
Gebruik van
dan
Na een overtreffende
trap
: groter dan, meer dan, beter dan
Er is altijd -er- te zien!
Dus:
kleiner dan, groter dan, meer dan, leuker dan…
Slide 12 - Slide
Gebruik van
als
Bij vergelijkingen met (net) zo ... en even ..
'Donna is even oud als Amber.'
'Donna is net zo oud als Amber.'
'Suriname is vier keer zo groot als Nederland.'
Slide 13 - Slide
Welkom
Welkom
Slide 14 - Slide
Zij
Onderwerp van de zin
Zij hebben geen tijd.
Slide 15 - Slide
Hun/ zij
Vaak wordt 'hun' als onderwerp gebruikt.
Dat is fout: 'hun' is NOOIT het onderwerp van een zin. Hun doen nooit iets!
Gebruik in dit geval 'zij'.
Dus niet: Hun hebben koffie gedronken.
Wel: Zij hebben koffie gedronken.
Slide 16 - Slide
Hun
Bezittelijk voornaamwoord
Zij hebben al hun oude spullen aan hun kinderen gegeven.
Slide 17 - Slide
Hun
Meewerkend voorwerp - zonder voorzetsel
Mijn docent geeft hun vaak goede tips.
Slide 18 - Slide
Welke zin is juist geformuleerd?
A
Hun hebben koffie gepakt.
B
Zij hebben koffie gepakt.
Slide 19 - Quiz
Welke zin is juist geformuleerd?
A
Met hun wil ik niet samenwerken.
B
Met hen wil ik niet samenwerken.
Slide 20 - Quiz
Welke zin is juist geformuleerd?
A
Wij hebben hen uitgezwaaid.
B
Wij hebben hun uitgezwaaid.
Slide 21 - Quiz
Welke zin is juist geformuleerd?
A
Ik heb hun een compliment gegeven.
B
Ik heb hen een compliment gegeven.
Slide 22 - Quiz
hun
en
hen
Zij
--> persoonlijk voornaamwoord --> werkwoord
Hun
--> bezittelijk voornaamwoord --> hun horloge
Voorzetsel -->
Hen
van hen
door hen
van hen
aan hen
Slide 23 - Slide
hen: LV of na VZ
Ik feliciteer
hun/hen.
Welk zinsdeel?
lijdend voorwerp
hen
Hij overtuigde
hun/hen
.
Welk zinsdeel? lijdend voorwerp
hen
Joris gaf het boek aan
hen
.
Na voorzetsel altijd hen!
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
More lessons like this
Les 5. Als of dan? Waardoor of daardoor?
30 days ago
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Stijlkwesties
May 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
2F Les 4 stijlkwesties: jou/jouw - zij/hun/hen
October 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Zij, hen en hun
September 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Stijl: u/uw, jou/jouw, me/mijn
March 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Stijl: u/uw, jou/jouw, me/mijn
February 2025
- Lesson with
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Stijl: u/uw, jou/jouw, me/mijn
January 2025
- Lesson with
29 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 4. Stijlkwesties
September 2022
- Lesson with
34 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1