25 september herhaling être + start écouter

1 / 19
next
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Bonjour B1D!
Pak jullie livre, cahier et stylo

Slide 2 - Slide

le but du jour
Aan het einde van de les:
* kan je het werkwoord être herkennen en gebruiken
* weet je hoe je bepaalde klanken uitspreekt in het Frans


Slide 3 - Slide

Menu du jour
* posters bekijken
* herhalen werkwoord être
* zelfstandig aan het werk
* uitspraak

Slide 4 - Slide

Herhaling: 
Persoonlijke voornaamwoorden

ENKELVOUD

1e persoon : Ik - je
2e persoon: Jij - tu
3e persoon: Hij - il / Zij - elle / Men, we - on

Slide 5 - Slide

Herhaling:
Persoonlijke voornaamwoorden
MEERVOUD

1e persoon : Wij - nous
2e persoon: U/jullie - vous
3e persoon: zij (mannelijk) - ils; zij (vrouwelijk) - elles

Slide 6 - Slide

Verschil on + nous
On betekent "men"of "we"als algemeen bedoeld

Men vindt dat / we vinden dat...... gebruik "On"

Nous betekent "wij" als er een bepaalde groep wordt bedoeld
Wij gaan vanavond naar de bioscoop .....gebruikt "nous"

Slide 7 - Slide

VOUS (U / Jullie)
Vous kan op 2 manieren worden gebruikt

1) als beleefdheidsvorm "u"

2) wanneer je een groep aanspreekt "jullie"

Slide 8 - Slide

Je suis madame Wijnkoop. Je suis une prof de français. Vous êtes en classe B1B. Nous sommes en P18. On est au mois de septembre.  
Welke vormen van être herken je?
schrijf dit voor jezelf op

Slide 9 - Slide

je suis
tu es
il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont

Être

Slide 10 - Slide

Vul de juiste vorm in:
Je ..... dans la classe
A
est
B
es
C
sommes
D
suis

Slide 11 - Quiz

Il .... l'ami de Jacques
A
suis
B
est
C
es
D
sont

Slide 12 - Quiz

Nous ..... 15 filles et 15 garçons
A
sont
B
êtes
C
sommes
D
est

Slide 13 - Quiz

Vous ..... la prof de la classe
A
êtes
B
est
C
es
D
sommes

Slide 14 - Quiz

Au travail! 

Faire :
1. exercice 8D, page 20
2. maak 3 korte zinnen met être. Gebruik apprendre 1+2
minimaal 4 woorden! 
3. Klaar? maak oefening 8E t/m 8G, page 43

timer
12:00

Slide 15 - Slide

"Prononciation" - De Franse uitspraak



Pak je livre, page 22

Slide 16 - Slide

Doel behaald?
Aan het einde van de les:
* kan je het werkwoord être herkennen en gebruiken
* weet je hoe je bepaalde klanken uitspreekt in het Frans

Slide 17 - Slide

SO op 9 oktober

Leren:
1. apprendre 1, 2 en 4, page 36+37 F-N en N-F
2. apprendre 3 = être, page 37
3. apprendre 5 = lidwoord, page 37/38


Slide 18 - Slide

les devoirs (26 septembre)

* exercice 9 + 10 + 12, page 21 +22
* leren/herhalen apprendre 1 t/m 3, page 36 + 37

Slide 19 - Slide