Reductiedeling

2.3 Reductiedeling
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

2.3 Reductiedeling

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Gewone celdeling heet ook wel:
A
Mitose
B
Meiose

Slide 3 - Quiz

Bij gewone celdeling ontstaan:
A
Lichaamscellen
B
Geslachtscellen

Slide 4 - Quiz

Verandert het aantal chromosomen door gewone celdeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Hoeveel zaadcellen en hoeveel eicellen zijn er nodig voor het ontstaan van nieuw leven?
A
1 zaadcel, 2 eicellen
B
veel zaadcellen, 1 eicel
C
1 zaadcel, 1 eicel

Slide 6 - Quiz

Waar ontstaan eicellen?
A
In de teelballen
B
In de eierstokken
C
In de eileider
D
In de zaadblaasjes

Slide 7 - Quiz

Waar ontstaan zaadcellen?
A
In de bijballen
B
In de eierstokken
C
In de prostaat
D
In de teelballen

Slide 8 - Quiz

Waar worden zaadcellen opgeslagen?
A
In de bijballen
B
In de eierstokken
C
In de prostaat
D
In de teelballen

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

DNA
celkern
Cel
Chromosoom
Gen

Slide 12 - Drag question

chromosoom x en y

Slide 13 - Slide

MEIOSE, reductiedeling

Slide 14 - Slide

Je ziet enkele stappen uit de mitose. Zet deze stappen in de juiste volgorde
1
5
4
3
2
6
De chromosomen worden uit elkaar getrokken
De cel groeit uit tot het oorspronkelijke formaat
Chromosomen worden zichtbaar
De chromosomen gaan in het midden van de cel liggen
Er ontstaan 2 cellen
Chromosomen worden gerepliceerd

Slide 15 - Drag question

Welk onderdeel van deze plantaardige cel is betrokken bij de laatste stap van mitose?
JA
NEE
NEE

Slide 16 - Drag question

Mitose
Meiose

Slide 17 - Drag question

Mitose
Meiose
evenveel chromosomen
helft chromosomen
gewone celdeling
reductiedeling
gebeurt in eierstokken/
teelballen
gebeurt in lichaamscellen

Slide 18 - Drag question

In geslachtsorganen vindt Meiose (reductiedeling) plaats, waarbij zaadcellen en eicellen ontstaan

Slide 19 - Slide

Chromosomen worden verdubbeld
Chromosomen gaan in paren liggen
1e deling
2e deling
4 cellen met de helft van de chromosomen
46
23
92
46
46
23
23
92
23
14
184
48

Slide 20 - Drag question

Slide 21 - Video