This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Welkom
Slide 1 - Slide
Programma van de les
Toetsweek: Thema 1 + Thema 2 t/m bs2
Bespreken eerste deel B2
Maken opdrachten B2
HW: opdrachten B2
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Herhalen zintuigen
Slide 4 - Slide
De functies van zintuigen zijn......
A
Prikkels opvangen
B
Impulsen opvangen
C
Prikkels maken
D
Impulsen maken
Slide 5 - Quiz
Een halve liter cola bevat 13,5 klontjes suiker. Een halve liter ketchup 5 klontjes. Welk diagram geeft de impulsfrequentie van de smaakzintuigen bij het drinken van cola weer?
A
Diagram links
B
Diagram rechts
Slide 6 - Quiz
Welke beweringen zijn onjuist? 1. Er bestaan vele verschillende typen impulsen, maar prikkels zijn allemaal gelijk. 2. Geluid is voor het gehoorzintuig een adequate prikkel. 3. De drempelwaarde voor een zintuig is altijd dezelfde. 4. Een zachter geluid leidt tot een hogere impulsfrequentie in de gehoorzenuwen dan een harder geluid.
A
allemaal
B
1 , 2 en 3
C
2, 3 en 4
D
1, 3 en 4
Slide 7 - Quiz
Bij een vlieg wordt het verband bepaald tussen de concentratie van bepaalde geurstoffen en de gemiddelde impulsfrequentie in een zenuw die verbonden is met een reukzintuig.
De resultaten zijn weergegeven in het diagram.
Voor welke van de 4 onderzochte stoffen is de drempelwaarde van het reukzintuig het laagst?
A
Stof 1
B
Stof 2
C
Stof 3
D
Stof 4
Slide 8 - Quiz
B2 Het oog
Slide 9 - Slide
Doelen
* Onderdelen oog leren
* Hoe werkt de vorming van
een beeld
Slide 10 - Slide
Je oog van buiten
Slide 11 - Slide
Je oog van binnen
Slide 12 - Slide
Iemand kijkt chronisch scheel, welke spieren werken niet goed?
A
kringspieren in de iris
B
oogspieren
C
straalsgewijs lopende spieren in de iris
D
Straalvormig lichaam
Slide 13 - Quiz
Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit
Slide 14 - Quiz
Welk onderdeel van het oog regelt de hoeveelheid licht in het oog?
A
Pupil
B
Iris
C
Hoornvlies
D
Lens
Slide 15 - Quiz
Welk onderdeel van je oog zorgt ervoor dat je oog vochtig wordt?
A
De wenkbrauw
B
Je wimpers
C
De traanklier
D
Je ooglid
Slide 16 - Quiz
Beeldvorming
Slide 17 - Slide
Proefje: houd je vinger voor je ogen en kijk naar je vinger. Kijk daarna ver weg. Kun je tegelijkertijd dichtbij en ver weg scherp zien?
A
Ja
B
Nee
Slide 18 - Quiz
Accomoderen
Dichtbij kijken
Verweg kijken
Slide 19 - Slide
Accomoderen
Slide 20 - Slide
Denk aan je lessen natuurkunde..... Welke soorten lenzen zijn er?
Slide 21 - Open question
Lichtbreking lenzen
Slide 22 - Slide
lichtbreking door lenzen
Slide 23 - Slide
Welke oogafwijkingen ken je?
Slide 24 - Mind map
oogafwijkingen
Slide 25 - Slide
Snap je wat besproken is?
Maak dan vraag 12,14,15, 16, 18, 20, 22, 23, 25 en 29