1.1 Wat wil je kopen?

H1 Wat heb je nodig?
1.1 Wat wil je kopen?
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1 Wat heb je nodig?
1.1 Wat wil je kopen?

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

1.1 Wat wil je kopen?
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften.
  • Je weet dat je met goederen en diensten in je behoeften kunt voorzien.
  • Je kent het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening.
  • Je kan een gemiddelde uitrekenen.

Slide 3 - Slide

basisbehoefte?

Slide 4 - Mind map

Wat heb je nodig
om te overleven?

Slide 5 - Mind map

Wat zou je graag
willen hebben?

Slide 6 - Mind map

Behoeften
  • Je hebt iets nodig
  • Je wil iets hebben

Slide 7 - Slide

Basisbehoeften
  • Noodzakelijk
  • Geen luxe

Slide 8 - Slide

Overige behoeften
  • Niet noodzakelijk
  • Luxe

Slide 9 - Slide

Het hebben van een fiets is een ...
A
Basisbehoefte
B
Overige behoefte

Slide 10 - Quiz

Wat is een basisbehoefte?
A
kleding
B
laptop
C
nieuwe iphone

Slide 11 - Quiz

Uit eten gaan is een?
A
Basisbehoefte
B
Overige behoefte

Slide 12 - Quiz

Een lek in je dak repareren is een?
A
Basisbehoefte
B
Overige behoefte

Slide 13 - Quiz

In welk rijtje staan alleen basisbehoeften?
A
brood, fiets, tv
B
chocomel, T-shirt, rijtjeshuis
C
computer, spijkerbroek en appartement
D
snoep, vruchtensap en winterjas

Slide 14 - Quiz

Basisbehoeften
Overige behoeften

Slide 15 - Drag question

Ik heb zin in iets lekkers. Wat doe je?
Ik ga uit eten op restaurant.
Ik bak thuis verse frieten.

Slide 16 - Poll

Je bent jarig. Wat doe je?
Ik koop een taart bij de bakker.
Ik bak thuis zelf een heerlijke taart.

Slide 17 - Poll

dienst

Slide 18 - Mind map

gebruiksgoed?

Slide 19 - Mind map

verbruiksgoed?

Slide 20 - Mind map

zelfvoorziening?

Slide 21 - Mind map

Consumeren
Consumeren doe je als je jouw behoeften bevredigt.
  • Je koopt een goed:
     gebruiks- of verbruiksgoed
  • Je gebruikt een dienst
  • Je maakt zelf iets (zelfvoorziening)

Slide 22 - Slide

Is Youtube een goed of een dienst?
A
Goed
B
Dienst

Slide 23 - Quiz

Je gaat naar de schoonheidsspecialist is hier sprake van een goed of dienst?
A
Goed
B
Dienst

Slide 24 - Quiz

GOEDEREN
DIENSTEN

Slide 25 - Drag question

Bedenk een voorbeeld
van zelfvoorziening.

Slide 26 - Mind map

Wat had je op dit moment
nog willen doen?

Slide 27 - Mind map

Als je heel veel geld had,
wat zou je dan willen kopen?

Slide 28 - Mind map

Schaarste
Producten zijn schaars
  • Te weinig tijd
  • Te weinig middelen (geld)

Daarom moet je keuzes maken = prioriteiten stellen


Slide 29 - Slide

Wat is de beste omschrijving van schaarste
A
Schaarse producten zijn zeldzaam.
B
Door schaarste kunnen mensen bijna niks kopen
C
Door beperkte middelen ontstaat schaarste.
D
Schaarste ontstaat doordat mensen te weinig willen kopen.

Slide 30 - Quiz

Een ander woord voor keuzes maken noemen we?
A
Schaarste
B
Prioriteiten stellen
C
Behoeftes
D
Consumeren

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Oefeningen

Slide 33 - Slide

1.1 Wat wil je kopen?
  • Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen basisbehoeften en overige behoeften.
  • Je weet dat je met goederen en diensten in je behoeften kunt voorzien.
  • Je kent het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening.

Slide 34 - Slide

Keuzestress
Je begrijpt dat economie gaat over het maken van keuzes en je kan met voorbeelden toelichten dat je niet alles kunt kopen met een beperkt inkomen.

Slide 35 - Slide

Wat ging niet goed in de les?

Slide 36 - Open question

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Medicijnen
Vitaminepillen
Benzine
Smartphone
Televisie
Bed
Groente en fruit
Auto
Beroepsopleiding

Slide 37 - Drag question

PRIMAIR
SECUNDAIR
Plaats de behoeften in de bijbehorende vakken.
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Medicijnen
Vitaminepillen
Benzine
Smartphone
Televisie
Bed
Groente en fruit
Auto
Beroepsopleiding

Slide 38 - Drag question