Het onderwerp van een zin vinden.

Welkom bij Nederlands
Docent: N. Juresic
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
Docent: N. Juresic

Slide 1 - Slide

Vandaag
Terugblik vorige les
Leerdoel: Het onderwerp van een zin vinden
Opdrachten
Leerdoelcheck kahoot
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Terugblik
Welke 2 manieren kennen we om de persoonsvorm 
in een zin te vinden?

Slide 3 - Slide

Wat is de pv in deze zin:
De vader deed niet aardig tegen zijn dochter.
A
niet aardig
B
tegen
C
zijn dochter
D
deed

Slide 4 - Quiz

Wat is de pv in deze zin:
De hond kwispelt met zijn staart.
A
de hond
B
zijn staart
C
kwispelt
D
met

Slide 5 - Quiz

Leerdoel vandaag
Het onderwerp van een zin vinden.

Slide 6 - Slide

Uitleg filmpje

Slide 7 - Slide

Zo vind je het onderwerp
Stap 1. Zoek de persoonsvorm.
Stap 2. Vraag: wie of wat + pv?
Het antwoord op deze vraag = het onderwerp.

Bijv: Isa loopt naar het restaurant.
1. PV=loopt
2. OW= Wie of wat loopt? OW=Isa

Slide 8 - Slide

Opdracht in tweetallen 
1.  Elke leerling bedenkt en schrijft 5 zinnen op papier. 
2. Om de beurt ga je bij een zin van de ander de pv en het ond. aangeven  pv= geel/ onderstrepen     ond= groen/ omcirkelen
3. Kijk elkaars werk na.  
Ben je klaar? 
Maak de opdrachten 
uit het boek op blz. 204-205

Slide 9 - Slide

Leerdoel check

Slide 10 - Slide

afsluiting

Slide 11 - Slide