H1 & H2 Taalverzorging

H1 & H2 Taalverzorging
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H1 & H2 Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Programma

  • Herhaling leestekens
  • Oefenen 
  • Nieuw: samengestelde zinnen
  • Oefenen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Citaat
Je schrijft letterlijk op wat iemand heeft gezegd. 

Zo citeer je:
  • Zet voor het citaat een dubbele punt.
  • Begin het citaat met een hoofdletter en eindig met een              punt, vraagteken of uitroepteken.
  • Zet het citaat tussen aanhalingstekens.


Slide 4 - Slide

Hoofdletters en leestekens
Neem de zin op de volgende dia over en zet hoofdletters en leestekens op de juiste plaats.

Log in met je eigen naam 

Slide 5 - Slide


de docent zei voor nederlands moet je veel oefenen

Slide 6 - Open question

H2 Taalverzorging - samengestelde zinnen

doelen:
  • Ik kan samengestelde zinnen herkennen.
  • Ik kan de persoonsvormen in samengestelde zinnen vinden.



Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Enkelvoudige zin
Een zin met één persoonsvorm en één onderwerp.

De leerlingen uit 4T zijn niet op school. Zij zijn op kamp naar Limburg. 

Slide 9 - Slide

Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen en onderwerpen.

De leerlingen uit 4T zijn niet op school, want zij zijn op kamp in Limburg.

Slide 10 - Slide

Samengestelde zin
Een zin met twee of meer persoonsvormen en onderwerpen.

De leerlingen uit 4T zijn niet op school, want zij zijn op kamp in Limburg.

Slide 11 - Slide

Persoonsvorm in samengestelde zinnen

Om de persoonsvormen in samengestelde zinnen goed te spellen, moet je eerst ontdekken welke werkwoorden een persoonsvorm zijn.

Slide 12 - Slide

Opdracht
Benoem de persoonsvormen in de volgende zinnen.

Log in met je eigen naam.

Slide 13 - Slide

Dinosauriërs zijn uitgestorven, omdat er een meteoriet op aarde viel.
A
zijn
B
zijn, uitgestorven
C
zijn, uitgestorven, viel
D
zijn, viel

Slide 14 - Quiz

Rembrandt ging in de leer bij een meester-schilder, omdat hij goed kon tekenen.
A
ging
B
ging, kon
C
ging, kon, tekenen
D
ging, omdat, kon

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste vorm van de persoonsvorm:

(Loop / liep) jij straks naar het evenement of (neem / nam) jij de bus?
A
loop / neem
B
loop / nam
C
liep / neem
D
liep / nam

Slide 16 - Quiz

Je kunt nu...
-Aangeven of een zin enkelvoudig of samengesteld is.
-De persoonsvormen benoemen in een zin.

Slide 17 - Slide

Aan het werk!
  • Op je Chromebook met H2 Taalverzorging 'samengestelde zinnen'
  • HW:  opdracht 1 t/m 7 

Slide 18 - Slide