15 januari dinsdag

Ziel heute
we gaan aan de hand van oefening 30 kijken of je 
de aantekeningen van gisteren snapt.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ziel heute
we gaan aan de hand van oefening 30 kijken of je 
de aantekeningen van gisteren snapt.

Slide 1 - Slide

nakijken oef 30
  1. die Freundin is vrl
  2. een hoort bij de ein-groep
  3. Wie heeft? Finn=ond/1e nmv --> Wat heeft Finn? een vriendin=lv/4e nmv
  4. antwoord --> eine

Slide 2 - Slide

zin 2
  1. die Brieftasche is vrl
  2. uw=Ihr hoort bij de ein-groep
  3. Wat is?uw portefeuille=ond/1e
  4. antwoord schema eine dus--> Ihre

Slide 3 - Slide

zin 3
  1. das Geld is onz
  2. geen=kein hoort bij de ein-groep
  3. Wie heeft?jij/du = ond/1e nmv   Wat heb jij (niet)? geen geld=lv/4e nmv
  4. antwoord schema ein --> kein

Slide 4 - Slide

zin 4
  1. die Bücher (de boeken) is meerv
  2. de hoort bij de der-groep
  3. Wie heeft meegebracht? jullie=ond/1e nmv   Wat hebben jullie meegebracht? de boeken=lv/4e nmv
  4. antwoord --> die

Slide 5 - Slide

zin 5 
  1. das Mal is onz
  2. elke=jed en hoort bij de der-groep
  3. Wie zegt? jij=ond/1e nmv  Wat zeg jij? elke keer=lv/4e nmv
  4. antwoord schema das --> jedes

Slide 6 - Slide

zin 6
  1. der Job is mnl
  2. een hoort bij de ein-groep
  3. Wie wil hebben? ik=ond/1e nmv  Wat wil ik hebben? een baan=lv/4e nmv
  4. antwoord --> einen

Slide 7 - Slide

zin 7
  1. der Film is mnl
  2. welke/welch hoort bij de der-groep
  3. Wie heeft gezien? jij=ond/1e  Wat heb jij gezien? welke film=lv/4e nmv
  4. antwoord schema den --> welchen

Slide 8 - Slide

zin 8
  1. die Mutter is vrl
  2. haar=ihr hoort bij de ein-groep
  3. Wie viert een verjaardag? haar moeder=ond/1e nmv
  4. antwoord schema eine --> ihre

Slide 9 - Slide

zin 9
  1. das Handy is onz
  2. zijn=sein hoort bij de ein-groep
  3. Wie kan niet vinden? hij=ond/1e nmv   Wat kan hij niet vinden? zijn mobiel=lv/4e nmv
  4. antwoord schema ein --> sein

Slide 10 - Slide

zin 10 
  1. die Leute= de mensen is meervoud
  2. Alle hoort bij de der-groep
  3. Wie gaan naar huis? alle mensen=ond/1e nmv
  4. antwoord schema die ==> alle

Slide 11 - Slide

tekst H lezen
oef 29 nakijken + maken oef 31 

Slide 12 - Slide

huiswerk
leren woordenlijst G + H Du-Ne
+ woordenlijst J Du-Ne
maken oef 31 32 a/b/c

Slide 13 - Slide