Fictie: ruimte

Startklaar 

      Kom rustig binnen en ga meteen zitten
      Laptop blijft in de tas
      Pak alleen jouw schriftje en een pen of potlood
      Binnen 3 minuten zit iedereen klaar en ben je  
      stil. Timer staat aan. 
timer
3:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Startklaar 

      Kom rustig binnen en ga meteen zitten
      Laptop blijft in de tas
      Pak alleen jouw schriftje en een pen of potlood
      Binnen 3 minuten zit iedereen klaar en ben je  
      stil. Timer staat aan. 
timer
3:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Fictie: nieuwe Nikes

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inhoud van de les
- Fictie: ruimte
- Verhaal lezen
- Opdracht maken
- Jeugdjournaal

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wie kent het woord: locatie?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Locatie = plaats waar iets gebeurt.
De locatie = de ruimte
  • De omgeving waarin het verhaal zich afspeelt.
  • Ieder verhaal speelt zich ergens af, op een bepaalde plaats of in een bepaalde ruimte.

De lezer vormt zich een beeld van de plaats waar het verhaal zich afspeelt.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ruimte
Het weer wordt ook gezien als onderdeel van de ruimte. Met het weer kan je als schrijver extra sfeer geven aan een verhaal. Denk maar aan een horrorverhaal, waar het onweert in de nacht.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

We gaan samen lezen
  • Op welke plekken speelt het verhaal zich af? schrijf dit of teken dit. 
  • Hoeveel locaties komen we tegen tijdens het lezen? 


Schrijf deze locaties op in jouw schriftje van Nederlands


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tijdens het voorlezen, doe jij: 
  • Op welke plekken speelt het verhaal zich allemaal af?                  Schrijf dit zo kort mogelijk op. 

  • Hoeveel ruimtes komen we tegen tijdens het lezen?              

Schrijf deze ruimtes op in jouw schriftje van Nederlands


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Rolf hoofdpersoon.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De ruimtes in het verhaal
1) In de sportwinkel - een rommelige zaak
2) Buiten, op straat
3) Thuis
4) In het bruine café - aan een grote tafel
de bowlingbaan


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

De diefstal
Hoe pakt Rolf de diefstal aan volgens jou?

Vertel dit aan aan jouw buur, allebei 1 minuut spreektijd 
timer
2:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

luister naar het verhaal...

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Waar gaat het verhaal in het kort over?

Leg dit uit in 1 minuut spreektijd. 
Als jij bent geweest, vertelt jouw buurman

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Nieuwe leerstof: Ruimte

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Ruimte
De ruimte gaat over de omgeving waarin het verhaal zich afspeelt. Ieder verhaal speelt zich af op een bepaalde plaats of in een bepaald vertrek.
Soms vertelt de schrijver helemaal niets over die plaats. Dan heet de ruimte onbepaald.
Maar in de meeste gevallen geeft de schrijver wel informatie over de plaats, soms weinig, soms juist heel veel.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lever in via de opdracht Nieuwe Nikes 
in Classroom voor vrijdag 10 april.​ 

Je krijgt hiervoor een beoordeling op Magister.​

Slide 24 - Slide

Rolf hoofdpersoon.