Grammar: Present Perfect

Present Perfect
Uitleg + opdrachten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Present Perfect
Uitleg + opdrachten

Slide 1 - Slide

Welkom!
Tijdens deze les ga je zelfstandig deze lessonup over de present perfect doorwerken. De lessonup bestaat uit een filmpje met uitleg en oefenvragen. Succes!

Slide 2 - Slide

Zometeen ga je een video kijken met uitleg over de present perfect. Tijdens deze video zullen vragen gesteld worden. 

Slide 3 - Slide

5

Slide 4 - Video

03:05
Wanneer gebruik je de present perfect?
A
Als iets in het verleden gebeurd is en het is belangrijk wanneer
B
Als je het hebt over feiten en gewoontes
C
Als iets in het verleden begonnen is en nu nog doorgaat of waar je het effect nog van kunt zien

Slide 5 - Quiz

04:06
Wat is het signaalwoord in deze zin?
Tom has been at school since 9 o'clock

Slide 6 - Open question

04:25
"Have" gebruik je bij I/you/we/they/you, wanneer gebruik je "has"?

Slide 7 - Open question

04:06
Wat is het signaalwoord in deze zin?
She has already eaten everything

Slide 8 - Open question

04:06
Wat is het signaalwoord in deze zin?
I have just seen her

Slide 9 - Open question

Vervoeg het werkwoord in de present perfect:
I ______ (be) at school since 8 o'clock

Slide 10 - Open question

Vervoeg het werkwoord in de present perfect:
Tom and Hank ____ already _____ (leave)

Slide 11 - Open question

Vervoeg het werkwoord in de present perfect:
Lyanne ______ (walk) for hours

Slide 12 - Open question

Vervoeg het werkwoord in de present perfect:
Hank _______ (like) her for years

Slide 13 - Open question

3 soorten zinnen:
  • Bevestigend (+): I have been here for hours
  • Ontkennend (-): I have not/haven't been here for hours
  • Vragend (?): Have I been here for hours?

ONTHOUD: zie je "perfect" in de tijd staan? Dan gebruik je altijd een vorm van "to have" --> PERFECT = TO HAVE!

Slide 14 - Slide

Ontkennende zinnen in de present perfect:
  • I have not/haven't seen her since yesterday.
  • You have not/haven't seen her since yesterday.
  • He/she/it has not/hasn't seen her since yesterday. 
  • We have not/haven't seen her since yesterday. 
  • They have not/haven't seen her since yesterday. 

Bij ontkennende zinnen in de present perfect gebruik je:
have not/haven't + voltooid deelwoord

Slide 15 - Slide

Maak een ontkennende zin:
Sander _____ (not eat) since yesterday

Slide 16 - Open question

Maak een ontkennende zin:
I ______ (not work) for 3 years

Slide 17 - Open question

Maak een ontkennende zin:
The dog _____ (not run) since it broke its leg

Slide 18 - Open question

Vragende zinnen in de present perfect:
  • Have I seen her yet?
  • Have you seen her yet?
  • Has he/she/it seen her yet?
  • Have we seen her yet?
  • Have they seen her yet?

Bij een vragende zin in de present perfect gebruik je:
have/has + persoon + voltooid deelwoord

Slide 19 - Slide

Maak de vragende zin af:
_____ you _____ (like) her since you met her?

Slide 20 - Open question

Maak de vragende zin af:
____ he ____ (meet) her yet?

Slide 21 - Open question

Maak nu zelf een vragende zin:
I have played volleyball since I was 12 years old

Slide 22 - Open question

Maak een vragende zin:
Anna has not been here for years

Slide 23 - Open question

Samengevat:
Je gebruikt de present perfect als je het hebt over iets wat in het verleden begonnen is en nu nog doorgaat of waar het effect nu nog zichtbaar van is of als je wilt zeggen dat iets is gebeurd en het is niet belangrijk wanneer.

Signaalwoorden die de present perfect aangeven zijn: FYNE JAS (for-yet-never-ever-just-already-since)

Je maakt de present perfect door:
I/you/we/they/you: have + voltooid deelwoord 
He/she/it: has + voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord heeft 2 vormen:
1. Regelmatige werkwoorden: hele werkwoord + ed --> bijv. walked
2. Onregelmatige werkwoorden: eigen vorm (derde rijtje, leren!) --> bijv. eaten

Voorbeelden:
Bevestigend (+): I have liked her ever since I met her
Ontkennend (-): I have not liked her ever since I met her 
Vragend (?): Have I liked her ever since I met her?



Slide 24 - Slide

Present perfect vs. past simple
De past simple gebruik je als je wilt zeggen dat iets in het verleden gebeurd is en het is belangrijk wanneer, bijvoorbeeld: we walked to school yesterday. 

De present perfect gebruik je in 2 gevallen: 
  1. Je wilt zeggen dat iets in het verleden begonnen is en nog steeds doorgaat: I have played this game for hours (ik heb dit spel uren lang gespeeld)
  2. Je wilt zeggen dat iets gebeurd is en het is niet belangrijk wanneer: we have finished all our work (we hebben als ons werk af, het is gebeurd maar het is niet belangrijk wanneer we ons werk af hebben gekregen)

Slide 25 - Slide

Meer oefenen:
Op de volgende slide staat een website. Op deze website ga je meer oefenen met de present perfect. Als je hiermee klaar bent is deze les afgelopen en kies je een andere lessonup om meer te oefenen. Succes!

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link