Opdracht 8
Je gaat je mening en een argument geven bij stellingen. Doe het zo:
Ga allemaal staan met je ogen dicht.
De docent geeft een stelling. Ben je voor, dan steek je je hand op.
Open nu je ogen. De docent wijst enkele leerlingen aan die één argument geven voor of tegen de stelling.
Herhaal de eerste drie stappen met een andere stelling. Probeer nu, als je de beurt krijgt, ook op elkaars mening en argumenten te reageren met je eigen standpunt en argument.